I
11
onroei'ende goederen en andere in het betrokken land aan
wezige waarden door de eigen Regeering aangewezen worden;
deze zekerheden zouden echter als zoodanig bovendien aan
genomen moeten worden door een Internationale Commissie
van zakenmenschen van erkende reputatie (daartoe door
den Raad van den Volkenbond benoemd). De waarde der
zekerheden zal equivaleeren tegen de nominale goudwaarde
der obligaties bij de uitgifte.
Wat de wetgeving hier te lande in 1920 betreft, herinneren
wij aan het sterk beeritiseerde voor-ontwerp op de Weelde
belasting. Dat de Minister van Financiën intusschen niet
doof is voor de adviezen, gegeven door de Kamers van
Koophandel, blijkt uit zyn Memorie van Antwoord op het
Voorloopig Verslag der Tweede Kamer omtrent de begrooting
van financiën, waarin hij verklaarde, dat het ontwerp-
weeldebelasting voor het beoogde doel niet kou dienen.
Hopen wij tevens ook, dat de Minister van Financiën
zich voor andere handel en nijverheid doodende maatregelen
zal weten te wachten.
Langzamerhand verdwenen de meeste crisisinstellingen
en wij hebben vertrouwen dat wat ons daar nu nog van
rest, thans van zelve zal verdwijnen, met name ook het
gemeentelijk halbedrijf.
De grenspas en reismoeilijkheden verminderden. De staat
van beleg werd voor alle deelen des lands gelijktijdig op
1 Mei opgeheven.
Het Comité tot verleening van steun in bijzondere tijds
omstandigheden beëindigde zijn werkzaamheden reeds bij
den aan vang des jaars.
De Rijkstoeslag op de melk verviel voor het geheele land
op 16 Februari.
De maximumprijzen voor melk, boter en kaas werden
opgeheven met ingang van 1 April, terwijl op denzelfden
datum alle crisismaatregelen betreffende het vervoer per
Spoor werden ingetrokken.
In den loop derzelfde maand werden alle beperkende be
palingen omtrent den in- en uitvoer van rogge te niet gedaan.
De normaal margarine, welke zoolang voor een behoor
lijke vetdistributie had gezorgd, werd van af 1 Juni niet
meer verstrekt.
In de laatste maand van het jaar kwam de mededeeling,
dat de huisbrandstof was vrijgegeven en de Kolendistributie
per 1 April 1921 zou worden opgeheven.
Het Scheveningsche Visscherijbedrijf had een zeer moeilijk
jaar. De treilvisscherij bracht ruim anderhalf millioen gulden
minder op dan het vorige jaar, terwijl de haringvisscherij
en de haringhandel zwaar getroffen werden door het tot
VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. 42