12
het laatst van het jaar gesloten houden van de Dnitsche
grens voor onze gezouten haring en zulks ondanks het feit,
dat in hetzelfde jaar Nederland een crediet aan Duitschland
opende van 200 millioen gulden, waarvan 60 millioen voor
den aankoop van levensmiddelen.
B. en W. van den Haag hebben den Raad een voorstel
doen toekonien om circa 61/? millioen gulden te voteeren
voor den aanleg van een tweede binnenhaven te Scheveningen.
Lang heeft het geduurd, eer deze voor de Scheveningsche
reeders zoo gewichtige zaak, tot een oplossing kon komen.
Nu de toestemming van den Minister van Oorlog is verkregen,
is daardoor een der grootste moeilijkheden overwonnen.
Wat het technische gedeelte aangaat, daarover is men
het eveneens eens geworden.
Moge de tweede haven beantwoorden aan de verwachtingen
en tot nut en voordeel van de voor onze gemeente zoo
hoogst belangrijke Scheveningsche visscherij en vischhandel.
Blijkens de opgaven van het Gemeentelijk Statistisch
Bureau, deden zich behalve de tooneelspelersstaking van
Januari tot Maart in totaal 21 werkstakingen voor. De
meeste waren van korten duur en tot enkele werkgevers
beperkt. Onder die van grooteren omvang noemen wij die
in het machinale Houtbewerkersbedrijf en van de Stuca doors.
Voorts vond er gedurende bijna drie maanden een uitslui
ting plaats in het bouwbedrijf welke einde Augustus door
schikking eindigde.
De bevolking nam toe met 5631 zielen en bedroeg op 31
December 1920 356.297 personen waarvan 197.549 mannelijke
en 167.748 vrouwelijke.
De woningnood bleef bestaan, slechts 1500 woningen
werden in het afgeloopen jaar bijgebouwd, hiervan werden
426 door de Gemeente en 442 door Vereenigingen afgeleverd.
Om in het tekort aan bouwvakarbeiders te voorzien werden
arbeiders uit Duitschland en Oostenrijk aan het werk gesteld
met over het algemeen bevredigend resultaat.
Voor verdere bijzonderheden betreffende den toestand
van handel, nijverheid en visscherij in de Gemeente, zy
verwezen naar de desbetreffende paragrafen van dit verslag.
2. Samenstelling en handelingen der Kamer.
In het afgeloopen jaar werden door de Kamer zes open
bare vergaderingen gehouden en drie huishoudelijke. Voorts
werden verschillende commissievergaderingen gehouden. Op
31 December 1920 was de samenstelling der Kamer als volgt:
H. J. Borghols, Voorzitter; G. M. de Niet, plaatsvervangend
Voorzitter; J. H. A. J. van Goch, W. den Duik Jaczn., J. P. van
42 VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN EABRIEKEN.