19 Afschaffing der halve cent in de boekhouding. De Kamer betuigde op verzoek van de firma Fles Co. te Amsterdam adhesie aan een door deze firma op touw gezette actie om de halve cent uit de boekhouding te doen verdwijnen. De samengestelde lijst van artikelen te doen ontwerpen, uit gaande van het hierboven aangeduide beginsel en voorts ten opzichte van de belasting op die weeldeartikelen, welke hier te lande vervaardigd worden, nog zoodanig voorbehoud te maken, dat desbetreffende hier te lande bestaande indu- striën zoo min mogelijk in hun groei belemmerd zouden worden. Wat het hotelbedryf betreft geldt naar het de Kamer voorkomt, eveneens het hierboven aangeduide bezwaar der prijsstyging. Hierby is niet uit het oog te verliezen, dat een verhooging der tarieven der eerste klasse hotels met 10 belasting, naar gevreesd moet worden, op buitenlanders een zeer slechten indruk zou maken. Een ander bezwaar der Kamer betrof de groote nood zakelijkheid van een uitvoerige controle en de daardoor noodzakelijke groote uitbreiding van het ambtenaren-corps, te meer nog waar de mogelijkheid ook van ontduiking by deze nieuwe wet zeer groot geacht moet worden. De Kamer sprak de vrees uit, dat van de baten nog een zoodanig bedrag aan ambtenaren-salarissen, accountants-, recherches- en douanekosten af zou gaan, dat het provenu voor de schatkist gering zou blyken en de moeilijkheden dus door de wet eer vergroot dan verminderd zouden wor den, waartegenover de groote administratieve omslag, die de wet ook aan industrie en handel noodzakelijkwijze zou opleggen, zeker niet opweegt. Op grond van al deze redenen veroorloofde de Kamer zich den Minister in overweging te geven, het ontwerp van Wet tot heffing eener Weeldebelasting althans niet in den voorgestelden vorm bij de Staten-Generaal aanhangig te maken. Uiterlijk der Bankbiljetten. Een firma vestigde de aan dacht der Kamer op de vele vergissingen die er ontstaan tengevolge van de weinig in het oog springende kleurver schillen der bankbiljetten van f 100, f 200, f 300 en f 1000. Alvorens hierop in te gaan, vroeg de Kamer het oordeel van verschillende groote banken hier ter stede, die allen te kennen gaven dat zy het inderdaad hoogst gewenscht zouden achten, indien hierin verandering zou kunnen worden gebracht. De Kamer stelde de Directie van de Nederlandsche Bank hierna met een en ander in kennis. VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. 42

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 1178