42 f f 1919. 8.920.40 20.70 224.10 717.60 651.65 7.517.40 1920. 10.356.75 20.25 772.65 1.103 65 1007.05 11.101.— 26 VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN, HaringirisscherijDe geheele vloot is ter haringvisschery uitgevaren, doeh onder zeer slechte omstandigheden. Hoofd- zakelyk als gevolg van verboden invoer in Duitschland en de slechte valuta’s in landen waar de hollandsche haring de meeste aftrek vond. Ook het groote Rusland is als afzet gebied nog niet te bereiken. Een en ander maakte de voor uitzichten verre van rooskleurig. Met het oog op deze factoren besloot de reedersvereeni- ging voor de Haringvisschery in Nederland omvattende alle visscherijplaatsen (behalve IJmuiden) niet meer dan */5 der vloot naar zee te zenden vóór 1 Juli, daar de haring door deze kleine vloot aangevoerd in het binnenland kon worden geconsumeerd. Na 1 Juli is de geheele vloot naar zee vertrokken. De eerste reis gaf maar zeer matige resultaten, doch niettegen- Fruit- en Groentenmarkt Aardappelen markt Brandstoffenmarkt Bloemenmarkt Vischmarkt Algemeene markt Treilvisscherij. Er hebben dit jaar in totaal slechts 44 loggers en 2 stoomtrawlers de treilvisscherij uitgeoefend welke in de Scheveningsche haven 367 reizen hebben ge maakt, en op andere havens 159 reizen. Aan versche visch is totaal aangevoerd, kustvaarders en andere vaartuigen inbegrepen, voor totaal f 655.985,35. De loggerschepen hebben eene gemiddelde besomming gemaakt van f 6000 per schip, hetgeen voor het bedrijf een groot verlies beteekend. 4. Visscherjj. In de Scheveningsche haven heeft 42 van de vloot over winterd, in andere havens, voornamelyk Maashavens, 58%. In dit jaar heeft de beperkte ruimte welke in de haven beschikbaar was zich danig doen gevoelen. Vele schepen hebben tijdens de visschery oponthoud gehad daar niet voldoende ruimte beschikbaar was om geregeld te kunnen lossen en laden. Een uitbreiding van de havenwerken is niet alleen ge- wenscht doch dringend noodig zoowel voor bergruimte als voor kaderuimte.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 1185