33 Meubelfabricatie en stoffeerderij. Het geheele jaar 1920 heeft zich gekenmerkt door grooten voorspoed. Het „soort” werk is evenwel in den loop der laatste jaren veranderd, doordat de kleine inrichtingen van huizen steeds minder werden en de orders welke binnen kwamen hoofdzakelijk over groote bestellingen liepen. Over het algemeen is dit verschynsel te verklaren, doordat er groote hoeveelheden meubelen uit Oostenryk en Duitschland zyn ingevoerd, welke met het oog op de valuta aanmerkelyk goedkooper te leveren waren, 3 Steenhouwerijen. Het bedrijf was over het geheele jaar 1920 druk te noemen, behalve in de maand December, waarin eene depressie te bespeuren viel. Er waren voldoende grond stoffen aanwezig, alleen werden bij den aanvoer van zand steensoorten en graniet uit Duitschland nog al eens lever tijden overschreden, vooral bij leveringen zooals bazaltlava, tufsteen e. a. die uit het bezette gebied van Duitschland moesten komen. Het jaar 1920 heeft ook voor het steen houwersbedrijf groote arbeidsmoeilykheden gehad, waarvan de „krachtproef”, de uitsluiting in de bouwvakken het ge volg was. Het steenhouwersbedrijf is hieruit nog al tamelijk ongehavend te voorschijn gekomen, alleen waren diverse moeilykheden door loonopdrijvingen het gevolg van deze uitsluiting. Het gewone afzetgebied in den Haag kon over het algemeen wel gehandhaafd worden, te meer nog daar dit bedrijf in de laatste paar jaren gemoderniseerd is en zich dus meer aan de tyden heeft aangepast. De wettelijk voorgeschreven zéér korte werktijd in het steenhouwers bedrijf gedurende den winter had sterken invloed op de productie. Noch Duitschland, België, Frankrijk of Italië, de vier landen die vrywel allen marmer leveren, kennen een dergelijken korten werktijd in dit bedrijf, terwijl ook indie landen de steenhouwerswet minder drukkende bepalingen bevat. Fabricatie, van rolluiken, markiezen en jalouzieën. Dank zy het feit, dat rolluiken sinds de relletjes van 1918 en 1919 meer en meer als afsluiting gebezigd werden, is het dit artikel geweest, dat in het afgeloopen jaar deze bedryven in het algemeen heeft staande gehouden. De handel in markiezen en jalouzieën stond vrijwel stil, veroorzaakte een ongekende slapte. Gebrek aan grondstoffen kwam niet voor; Noord-Brabant leverde voldoende katoen voor be kleedsels, terwyl Duitschland, meer dan verwacht werd de overige materialen leverde. Het afzetgebied bleef als voor heen; arbeidsmoeilijkheden kwamen niet voor, de gevraagde loonsverhoogingen werden betaald. VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. 42

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 1192