38
werd. Uit Duitschland werden geen huiden geleverd, doch
wel het geconfectioneerde goed, zoodat het voor de fabri
kanten zeer moeilijk werd om hunne waren hier te verkoopen.
Daarbij kwam, dat de winkeliers ook al door de lage valuta
verleid, in Duitschland te veel kochten, zoodat hunne winkels
tegen het einde des jaars zoo propvol met lederwaren waren,
dat er totaal niets meer besteld wrerd. Men betreurt het
dat op het gemaakte lederwerk geen hooger invoerrecht
geheven werd, en men meent dat zulks aan de Nederlandsche
industrie en ook aan de winkeliers, die nu met te veel
artikelen bleven zitten, ten goede zou zijn gekomen. De
algemeene meening is, dat zoolang de marken nog zoo laag
blijven, er in deze industrie weinig te doen zal zijn. In de
drijfriemen-branche kwamen gedurende het eerste halfjaar
1920 voldoende orders binnen. Het benoodigde leder was
steeds in elke gevraagde kwaliteit aanwezig. Na Augustus
waren er door de prijsdalingen en algemeene malaise weinig
orders meer uit te voeren. Personeel werd voorloopig niet
ontslagen, daar de fabrieken inplaats van nieuwe drijfriemen
te koopen, veel repareeren lieten, waardoor de arbeiders,
dank zij den 8-urigen werkdag aan het werk konden worden
gehouden.
Boek- en Handelsdrukkerijen. De hooge tarieven, de ver
korte arbeidsduur en de opgedreven papierprijzen maakten
het voortbestaan van vele periodieken onmogelijk, terwijl het
handelsdrukwerk tot het meest noodzakelijke beperkt werd.
De algemeene malaise in den handel was tevens oorzaak
dat vooral in het begin van het jaar, zeer weinig bestel
lingen gedaan werden.
Door de lage valuta verhuisde veel werk naar Duitsch
land waar nog bijkwam het voordeel dat er in gelegen
was, om prospecti, prijscouranten e. d. vanuit Duitschland
per post in Holland te verspreiden.
Ook niet zonder invloed op den gang van zaken is de
toeneming van het aantal kleine ongeorganiseerde drukke-
rijtjes die drukwerk tot prijzen leveren, waartegen een
georganiseerd patroon leveren kan noch mag.
Nog dient gewezen te worden op de weinig soepele wijze,
waarop de nieuwe arbeidswet zich aan de praktijk aanpast
en den langen tijd, welke steeds verloopt alvorens een
aangevraagde, dikwerf hoog noodige vergunning afkomt.
Vooral die drukkerijen waarop periodieken vervaardigd
worden, waarvan de verschijning tevoren steeds nauwkeurig
bepaald is en andere, die veel spoedwerk hebben, onder
vinden van deze wret dikwerf groote schade en stagnatie
in hun bedrijf.
42 VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.