42
41
VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.
Melkinrichtingen. Evenals vorige jaren waren, zonder de
indirecte hulp van de regeering door middel van het zuivel-
kantoor, geen voldoende grondstoffen voor het bedryf te
verkrijgen. Daar de bedryfsonkosten steeds stijgen door de
belastingen en door de bepalingen van de nieuwe arbeidswet,
Bierbrouwerijen. De verkoop in het binnenland over 1920
stond nog verre ten achter by den omzet in de vredesjaren.
Alleen in den export was de omzet in het afgeloopen jaar
belangrijk meerin de laatste drie maanden was deze echter
weder aanmerkelijk gedaald in verband met de algemeene
malaise.
A zijn fabricatie. In het afgeloopen jaar kan in dit bedrijf
van eene matige drukte worden gesproken. De moeilijkheden,
bij de haringinleggerjj ondervonden, gaven ook in dit bedrijf
hun terugslag. Óver voldoende grondstoffen kon worden
beschikt. Arbeidsmoeilykheden deden zich niet voor. De
uitkomsten waren niet zeer gunstig door de hooge grond-
stof(spiritus)pryzen, welke gedurende de zomermaanden
moesten worden betaald. De algemeene resultaten der azijn-
fabricage bleven aanzienlijk bij het vorige jaar ten achter
door de concurrentie der azijnessence, welke weder in groote
partyen werd geimporteerd.
waren in de eerste helft van het jaar tot circa 600 °/0 van
de noteering van voor den oorlog gestegen. Door groote
onderlinge concurrentie waren de zeepprijzen, hoewel zeer
hoog, hier niet mede in verhouding. De tweede helft van
1920 kenschetste zich dooi’ eene sprongsgewijze daling der
diverse grondstoffen hetgeen voor hen, welke voorraad
hadden of op termijn kochten, een gevoelig verlies mede
bracht. Ook de zeepprijzen gingen met groote sprongen
naar omlaag, zonder echter op het verbruik een merkbare
invloed uit te oefenen. Wanneer de diverse koersen meer
stabiel zullen worden, zal dit zeker aan de fabricatie ten
goede komen.
Cacao- en chocoladefabrieken. In de eerste 10 maanden
van 1920 was er tamelijk veel bedrijvigheid, in de laatste
drie maanden evenwel een langzame maar zekere teruggang,
zoodat er tegen het einde van het jaar bepaald slapte
heerschte. Grondstoffen waren in voldoende mate te ver-
krygen. De hooge inkomende rechten, welke sommige landen
eischen, belemmerden den uitvoer, welke toch al door
invoer-verboden belangrijk beperkt was geworden. De binnen-
landsche afzet was bevredigend.