42 43 VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. Tabak. In dit artikel werd belangrijk omgezet, daar vele rookers aan een goede pijp tabak (hoewel ook niet goedkoop) de voorkeur gaven boven een nog steeds dure sigaar. Sigaretten fabricatie. Hoewel te ’s-Gravenhage in het afge- loopen jaar meerdere kleine fabrieken geliquideerd zijn of wel zjjn overgenomen door grootere bedrijven, is deze tak van nijverheid hier inmiddels een eerste plaats gaan innemen door de vestiging van een der grootste fabrieken van het land. Deze fabriek, die by volle productie aan 600 mannelijke en vrouwelijke arbeiders werk kan verschaffen en per dag vier millioen sigaretten kan produceeren, heefteen dusdanige groote personeelvraag in het leven geroepen, dat daaraan niet aanstonds kon worden voldaan. Op alle mogelijke wyzen moest getracht worden de noodige werkkrachten te krijgen, waardoor de loonstandaard in niet geringe mate schijnt te zijn opgedreven. Loonen aan mannelijke arbeidskrachten van f 125180 per week, aan vrouwen en meisjes van f 25—35 per week zyn gedurende enkele maanden voorgekomen, doch konden niet gehandhaafd blyven en zijn daarna weer tot normaal peil ingezakt. Na een gedrukt begin vertoonde het voorjaar van 1920 een groote opleving in de Nederlandsche sigarettenindustrie, terwijl in den zomer met volle kracht gewerkt werd, enkele weken zelfs 14 uren per dag. Men herinnert er aan dat een groot deel der vervaardigde sigaretten door Nederlandsche grossiers langs onze Oostgrens verkocht werd aan daar gevestigde grenshandelaren en dat waar door ruime voor raden de export van tabaksfabricaten weer mogelijk was milliarden sigaretten zonder betaling van exorbitante invoer- cieele resultaten zyn in het algemeen slecht. Tot in Mei gold een prijs-zetting, welke verlies gaf. Sedert trad wel eenige verbetering in, maar deze woog niet op tegen de verhooging der bedrijfsonkosten door arbeidswet, arbeids contract, brandstoffen prys en andere invloeden op het bedrijf gelegd. Sigarenfabricage. In dit bedryf heerschte in 1920 een groote achteruitgang in den omzet, zoodat als gevolg daar van een aantal arbeiders ontslagen werden. Over grondstoffen kon voldoende beschikt worden, doch sterk verhoogde arbeidsloonen drukten zeer op den omzet van het bedryf. terwyl bovendien valuta’s en de verhoogde rechten in sommige landen den export naar het buitenland zeer be moeilijkten oud afzetgebied ging verloren, en geen nieuw gebied werd verkregen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 1202