44 53 VERSLAG OPENB. EN BIJZ. MIDDELBAAR ONDERWIJS. 1. 2. 3. In de vergadering van 8 September 1920 werden de heer Mr. J. H. Andries tot Voorzitter en de heer G. J. van de Well tot Secretaris herkozen, welke de benoeming aan namen. De Commissie bestaat thans uit de leden: Mr. J. H. Andries, voorzitter; A. F. A. M. van Dommlen, Jhr. Mr. W. Th. Gevers Deynoot; Mevr. Dr. A. Halbertsma geboren van OsenbruggenJ. C. Jansen; H. Kemper; Mevr, de Wed. Dr. D. Kruseman geboren Bleek er; Prof. P. D. C. Kley; J. C. Ramaer c.i. Jhr. L. A. P. Six, Mr. L. E. Visser, G. J. van de Well w.i. secretaris. Er is ééne vacature door het bedanken van den heer Uhlenbroek. Ter voldoening aan art. 52 van de Wet op het Middelbaar Onderwijs, werden voor het bezoeken van de na te ver melden inrichtingen van onderwijs aangewezen voor; de Academie van Beeldende Kunsten: de leden Mr. J. H. Andries en J. C. Ramaer; de Ambachtsschool en de Avondteekeuschool met prac- tische en vervolgcursussen voor volwassenen (afd. v. d. Ambachtsschool) de leden H. Kemper en J. C. Ramaer; de Middelbare school voor Handel en Administratie, Handelsschool. Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus: de leden Mr. L. E. Visser en J. C. Jansen; De Commissie maakt voorts met voldoening gewag van de in het afgeloopen jaar tot stand gekomen wijziging in de gemeente verordeningen, regelende het openbaar mid delbaar Onderwijs. Zij is van meening, dat de daarin op genomen bepalingen betreffende de vergaderingen en bijeenkomsten van Directeuren en Leeraren belangrijk zullen bijdragen tot het versterken van den band tusschen de verschillende Scholen en het scheppen van meerdere eenheid in het onderwijs. Ook voor de Commissie van Toe zicht is in deze bepalingen een welkom middel aanwezig om betere voeling te verkrijgen met den gang van zaken aan de scholen, in de inzichten en opvattingen van Direc teuren en leeraren omtrent onderwijszaken. Het ligt dan ook in de bedoeling der Commissie de te houden school vergaderingen zooveel mogelijk door gedelegeerden uit haar midden te doen bijwonen. Waar de splitsing der Commissie in een sub-commissie A. en in sub-commissie B. in de verordening is neergelegd, werd gemeen overleg gepleegd omtrent de vaststelling van het Huishoudelijk Reglement, hetwelk door Burgemeester en Wethouders is goedgekeurd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 1368