70
VERSLAG OPENB. EN BIJZ. MIDDELBAAR ONDERWIJS.
tember 1917 leeraar in de Engelsche taal en handelscorres-
pondentie, met ingang van 1 September 1920; de heer L.
Welling, sedert 1 September 1919 klasseleeraar aan een der
Voorbereidende cursussen, met ingang van 1 December 1920.
Bovendien nam de heer C. W. J. Natzijl met ingang van
1 Juli 1920 ontslag ingevolge benoeming aan de School
bioscoop.
De vermindering van het aantal klassen van de Voor
bereidende cursussen bij den aanvang van het nieuwe
cursusjaar was oorzaak dat de heeren R. Schoemaker, P.
Gardenier en J. van Westendorp niet opnieuw als klasse
leeraar werkzaam gesteld konden worden. Uit anderen
hoofde onderging het personeel van de voorbereidende cur
sussen verandering, doordat verschillende leden ervan een
plaats aan de Hoofdcursussen gingen innemen: Mej. B.
F. van Nooten als leerares in Boekhouden en Handelsreke-
nen, de heer W. J. Witsenboer, nadat hij de plaats van den
heer D. C. Tinbergen gedurende diens verlof als leeraar
had vervuld, als leeraar in Algemeene Handelskennis en
Nederlandsche Handelscorrespondentie, en de heer J. van
der Meer als leeraar in Engelsche taal en Handelscorres
pondentie. De oprichting van de Centrale School voor
Machineschrijven en de benoeming tot leider van deze
inrichhting van den heer B. Klooster had ten gevolge, dat
deze met ingang van 1 September 1920 ontslag nam uit zijn
betrekking aan de Handelscursussen, die hij sedert 1 Sep
tember 1910 had vervuld.
In de vacature, ontstaan door het ontslag van den heer
M. J. Stijger wegens te lage bezoldiging, met ingang van
5 Januari 1920, werd voorloopig voorzien door aanstelling
van den heer H. Versteeg, terwijl de plaats van den heer
Erkelens voor den verderen duur van het cursusjaar
19191920 werd ingenomen door de heeren A. Slagman en
J. G. A. van der Haar. Voor zoover dit cursusjaar betreft,
was bovendnen als tijdelijk leeraar in de Duitsehe taal
en Handelscorespondentie werkzaam de heer H. J.
Flaumenhaft.
In de bij den aanvang van het nieuwe cursusjaar be
staande vacatures aan de Hoofdcursussen werd voorzien
door de benoeming bij Raadsbesluit van 15 December van
de heeren A. Slagman en W. J. Bossers als leeraren in
de Duitsehe taal en Handelscorrespondentie, van Mej. A.
C. Blink en de heeren J. van der Meer en W. J. de Klein in
de Engelsche taal en Handelscorrespondentie en van de
heeren H. Versteeg, M. N. H. Leys en F. van Gunst in
Boekhouden en Handclsrekenen, terwijl de heer Ch. Phielix,
die den heer Hazelhof gedurende diens ziekte sedert 1