47
7
Voor piano (solospel): mej. E. R. van Loenen en de heer
M. Keulemans.
Voor viool (onderwijskunst): de dames G. R. Mulder,
M. E. van Vollenhoven en A. Ligthart en de heeren G. J. Muller,
W. F. H. Hacher, J. A. van Os en T. C. M. Christiaan.
Voorviool (solospel): mej. J. van den Burg en de heeren
P. F. de Graaf en J. Marinus.
Voor violoncel (onderwijskunst)de dames L. Kösters
en G. van der Wal.
Voor violoncel (solospel): de heer W. van den Burg
(met lof).
Voor zang(onderwüskunst): mej. J. A. G. van den Held.
Voor contrabas (orkestspel): de heer D. E. Schild.
Voor slaginstrumenten (orkestspel)de heer D. van
Voorthuysen (met lof).
D. Staat van het onderwijs.
De Directeur, Dr. Joh. Wagenaar, heeft in den staat van
het onderwijs aan het Conservatorium ook in 1920 vele
verbeteringen aangebracht. Verschillende klassen werden
vervormd, nieuwe in het leven geroepen.
De Directeur heeft zelf geheel vrijwillig de leiding op
zich genomen van eene z. g. „Examenklasse”, waarin ge
durende 2 uur per week herhalings- en aanvullingsonderricht
wordt gegeven aan hen, die aan het eindexamen wenschen
deel te nemen.
De klasse van den leeraar Renaud werd gesplitst in een
solfègeklasse en eene elementair-klasse voor volwassenen,
waarin leerlingen, die te oud zijn om in de klasse van
Mej. Hoog te worden opgenomen, zich kunnen bekwamen
in de beginselen der Harmonieleer.
Aan den leeraar Spoel, die gedurende 4 uren ’s weeks
solfègeles gaf, werd opgedragen daarvan 2 uur te besteden
aan een klasse voor algemeene muziekleer.
Het onderwijs in de hulppianoklassen, hetwelk tot dusverre
werd gegeven door meergevorderde leerlingen onder toezicht
van de leerares mej. C. H. Hoog, voldeed in geenen deele
aan de daaraan gestelde verwachtingen. Het bedoelde onder
richt werd daarom opgedragen, zooals reeds gemeld onder
„Personeel”, aan gediplomeerde krachten, n.l. mevrouw
E. M. E. Meyer-Oerlemans en den heer L. J. Mens.
Onze Commissie, bedacht op versterking van de inkomsten
van deze onderwijsinstelling, ontwierp op voorstel van den
Directeur, eene wyziging van artikel 38 van het reglement,
waardoor het jaarlyksch schoolgeld werd gebracht op f300.—
’sjaars en tevens eenige onbillijkheden uit de vorige regeling
VERSLAG CONSERVATORIUM VOOR MUZIEK.