48
18
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.
2. Leerlingen en Onderwijs.
scholen een enkele maal onder toezicht van een onder
wijzeres) een les in een klasse geven, bestaan hunne werk
zaamheden nog steeds hoofdzakelijk in: het schrijven van
absentielijsten; portiersdienstenhet op de post brengen
van brieven; het kaften van boeken; het slijpen van pot-
looden; het aan en uitkleeden der kleinste kinderen; het
halen en wegbergen van leermiddelen; het naar huis ver
gezellen van leerlingen, die plotseling ongesteld worden;
schoolgeld inwisselen; het toezicht houden op het vegen
der voeten bij ’t aangaan der school; het verrichten van
boodschappen naar het stadhuis; eenige hulp bij ’t onder
wijs in de aanvangsklasse; het brengen van jonge leer
lingen naar de spreeklessen; absenten ophalen; het uit
reiken van leermiddelen; het rondgaan in de klassen met
circulaires van B. en W. of voorschriften van het hoofd;
het overschrijven van staten; het schrijven der leerplicht-
lijsten; het toezicht op de urinoirs en privaten; het infor-
meeren naar verzuimende leerlingen; het opwinden der
klokken; het tellen van het schoolgeld; platen af stoffen;
kantlijnen trekken.
De in vorige verslagen der Commissie genoemde be
hoefte aan een Kweekschool met daaraan verbonden Leer
school bestaat derhalve nog onverzwakt.
De toelagen aan de kweekelingen, die in de openbare
lagere scholen aanwezig zijn en met de hierboven genoem
de werkzaamheden worden belast, bedroegen, volgens de
opgaven der hoofden, te zamen f 11.484,74® of f 4.350,93®
minder dan in 1919.
Schoolverzuim. Het volgens de Leerplichtwet geoor
loofde schoolverzuim wegens ziekte of andere geldige
redenen bedroeg in 1920 gemiddeld 6,3 tegen 7 in
1919, of 0,7 minder.
Het minste geoorloofde verzuim kwam voor aan de
burgerscholen aan de Korte Lombardstraat 7 en Langnek-
straat 101, t.w. aan beide 2 daarop volgden de scholen