48 84 VERSLAG LAGER ONDERWIJS. doen kennen, 4. Leerlingen en Onderwijs. Het getal leerlingen bleef op 2 bijzondere scholen stand vastig; vermeerdering had op 40 scholen plaats, ten hoogste met 62 leerlingen, terwijl vermindering voorkwam op 33 scholen en wel van 1 tot 68 leerlingen. Voor de totale vermeerdering en vermindering moge worden verwezen naar pagina 11 van dit verslag. Wordt volgens den rooster gew erkt? Voor zoover de sub- Commissiën deze vraag hebben beantwoord, blijkt hieruit, dat op de bijzondere scholen volgens den rooster wordt gewerkt. Het oordeel der sub-Commissiën omtrent de rust in de klassen en de orde is over het geheel gunstig. der hoofden scholen geen Omtrent ijver, plichtsbetrachting en geschiktheid van het hoofd en van het personeel worden door de sub-Com missiën geen aanmerkingen gemaakt. onderling kan worden medegedeeld, dat het oordeel der sub-Commissiën, voor zoover zij dit hebben over het algemeen gunstig is. Coëducatie treft men aan op 35 scholen. Enkel manne lijke leerlingen komen voor op 24 en enkel vrouwelijke op 21 scholen. Op een drietal meisjesscholen werden in de laagste klas sen enkele jongens toegelaten. Op alle R.-K. scholen, met uitzondering van die der Schoolvergaderingen. Uit de verslagen blijkt, dat op 8 (vorig jaar 9) bijzondere schoolvergaderingen gehouden worden. Het meerendeel der hoofden van de scholen, waar school vergaderingen worden gehouden, acht ze gewenscht en be vorderlijk voor den bloei van het ouderwijs.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 1528