48
108
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.
III. Sommige leden der Commissie meenden, dat de
schoolvergaderingen van vereenigde scholen een zeer ge
ring resultaat zullen opleveren. Omtrent de differentiëering
der leerlingen naar hunne meerdere of mindere begaafd
heid bestaat bij de Commissie groote bezwaren. In de eerste
plaats moet zjj er op wijzen, dat deze differentiatie conse
quent doorgevoerd moet leiden tot scholen voor meer of
minder begaafden voor rekenen, lezen, enz., daar meerdere
begaafdheid zich op bet eene gebied kan vertoonen en op
het andere geheel kan ontbreken. Zij vraagt zich in de
tweede plaats af, of de paedagogische wetenschap reeds
zoover is gevorderd, dat zjj een voor de praetijk geschikte
wijze tot intellect-bepaling van jeugdige kinderen bezit.
Daarom meent zjj, dat de beoordeeling zal afhangen van de
vorderingen aan het einde van het jaar. Het zal echter
zeer moeilijk zijn de leerlingen, na het afvallen van hen,
die de leerstof nog eens moeten doorgaan, te schiften, aan-
maatregelen in uitzicht te stellen, „die ook niet voor alle
groepen der bevolking in dezelfde mate voorziening vra
gen”, b.v. school baden, bibliotheekwezen, enz.
De Commissie meent te moeten wijzen op het feit, 1°. dat
sommige stadswijken (b.v. de omgeving van het Orauje-
plein) vrij wat nuaneeering vertoonen, 2°. dat iedere ouder
het recht heeft, zijne kinderen naar eene bepaalde school
te zenden, ook al mocht de tegenwoordigheid dier kinderen
storend werken op het aldaar gegeven onderwijs.
De Commissie vreest, dat van dit recht vaak in onge-
wenschten zin gebruik gemaakt zal worden, vooral, indien
een bepaalde school voor de ouders aantrekkelijk wordt
door den aard van het personeel en het cachet, dat zij hier
door of wellicht ook door andere omstandigheden lang
zamerhand krijgt.
Hoewel de Commissie meent, dat het Gemeentebestuur
in dit geval het recht moet hebben, den toegang aan onder
I. 15 bedoelde leerlingen te weigeren, mag zij niet ver
helen, dat bij de toepassing voortdurend tallooze moeilijk
heden zullen rijzen.