48
109
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.
V. Gelet op het feit, dat de Lageronderwijswet het amibu-
lantisme der hoofden van openbare scholen afschaft, juicht
de Commissie de splitsing der groote scholen toe. Zij meent,
dat men aan een hoofd, dat zelf eene klasse heeft, niet de
verantwoordelijkheid voor 12 klassen kan opdragen. Zij
verwacht evenwel, dat de verder te bouwen scholen van
twee ingangen zullen worden voorzien. Zij ontveinst zich
echter niet, dat van den kant van het personeel de grootste
inschikkelijkheid en verdraagzaamheid zal worden ver-
eischt. De zorg voor de leermiddelen zal wel in eene hand
dienen te blijven. Enkele leden wezen daarbij op de erva
ring, opgedaan tijdens de mobilisatie, toen echter slechts op
halve dagen school gehouden werd en meenden, dat deze
IV. Met instemming heeft de Commissie van dit punt
kennis genomen en zij verwacht, dat de daarin genoemde
scholen tot groot voordeel kunnen zijn.
gezien vele factoren, die met het intellect niets te maken
hebben, als speelschhoid, ziekte, meer of mindere ijver,
tact van den onderwijzer op het resultaat aan het einde van
een leerjaar inwerken.
Daarbij zal groote ontevredenheid onder de ouders ont
staan, wanneer hun kinderen, die eeuigen tijd op een goede
school geweest zijn, overgeplaatst worden naar een van
wat minder uaam; die scholen zullen spoedig als minder
waardig bekend staan; vergissingen zullen moeilijk her
stelt kunnen worden.
De Commissie is dan ook van oordeel, dat de tegenwoor
dige toestand, historisch opgegroeid uit het leven, die de
leerlingen van gelijke of ongeveer gelijke ontwikkeling en
beschaving samenvoegt, gehandhaafd moet worden. Boven
dien meent zij, dat de samenvoeging van meer en minder
begaafden ook een zeer gunstige werking heeft, n.l. een
prikkel tot grootere krachtsinspanning der minder be
gaafden.
Het is een bekend verschijnsel, dat enkele goede leer
lingen het peil van een middelmatige klasse omhoog kun
nen voeren.