48 112 VERSLAG LAGER ONDERWIJS. Uitgaande van de veronderstelling, dat de werkzaam heden der nieuwe Commissie ongeveer dezelfde zullen zijn als die der tegenwoordige en in aanmerking nemende, dat in het vervolg het 2/5 deel van het getal leden (de onder wijzers van openbare en bijzondere lagere scholen) geen deel zal mogen nemen aan het schoolbezoek, is onze Com missie tot het besluit gekomen, Uw College voor te stellen, het getal leden der nieuwe Commissie te bepalen op zestig (60), waardoor dan 36 leden (3'5) de scholen zullen kunnen bezoeken. Daar in deze gemeente momenteel 180 lagere scholen (openbare en bijzondere) aanwezig zijn, zou ieder bezoekend lid 5 scholen voor zijne rekening kunnen nemen. Er kunnen dan nog 36 scholen worden bijgebouwd, eer het getal te bezoeken scholen per lid 6 (algemeen door ons als maximum beschouwd) zou bedragen. Opgemerkt dient hierbij echter, dat het zoogenoemde dames-comité, thans be staande uit 15 leden, dat zich tot heden uitsluitend belast met het toezicht op de nuttige handwerken voor meisjes, bij de 36 leden voor het gewone schoolbezoek in bovenge noemde berekening is begrepen. Dit comité zou dus bij het gewone schoolbezoek nog het toezicht moeten houden op het handwerkonderwijs, met alles, wat in deze gemeente daaraan verbonden is (het bij wonen van proeflessen en van de cursussen voor methodiek en paedagogiek, het bezoeken van de herhalingsscholen voor meisjes). De Commissie acht het daarom zeer wenschelijk, dat een deel barer leden zich alleen met het toezicht op het hand werkonderwijs ook in het vervolg blijft belasten. Wordt voor dit toezicht een getal van 12 damesleden gesteld, welk getal feitelijk nog te klein is met het oog op de te ver wachten scholenuitbreiding, dan zou het ledental der Com missie op tachtig (80) moeten worden gebracht. Een der leden merkte op, dat uit de toelichting, die de Minister van Onderwijs in de Tweede Kamer aangaande de taak der Commissie (bij artikel 184) heeft gegeven, blijkt, dat het karakter der Schoolcommissie meer adviseerend dan toeziend of bezoekend dient te zijn, zoodat, naar spre-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 1550