48
113
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.
8
Aangaande het tweede gedeelte van Uwe missive melden
wij Uw College, dat zich vier en twintig (24) leden niet be
reid hebben verklaard, eene eventueele benoeming in de
nieuwe Commissie aan te nemen.
Uit bijgaande Tabel, die wij U ter inzage zenden, blijkt,
welke leden deze verklaring hebben afgelegd.
Voorts hebben de leden van het tegenwoordige dames
comité, die bereid zijn in de nieuwe Commissie zitting te
nemen, het voorbehoud gemaakt, dat zij die bereidverkla
ring niet kunnen handhaven, indien zij behalve met het
toezicht op de vrouwelijke handwerken en wat daartoe
behoort, bovendien met dat op het overige onderwijs wor
den belast.
Ten slotte is uit de Tabel te zien, dat van de 36 leden,
die bereid zijn eene eventueele benoeming in de nieuwe
Commissie te aanvaarden, elf (11) ouders Zijn van leer-
en het
kers meening het totaal getal leden op grond van die toe
lichting bijv, wel op 40 of 30 zoude kunnen worden gesteld,
waartegen door andere leden werd aangeveerd, dat de
bewoordingen van het thans in de Wet vastgelegde artikel
184, waarin de taak nader wordt omschreven, als ongeveer
overeenkomende met de tegenwoordige, hiermede toch in
flagranten strijd zijn.
Het verschil toch tusschen het oude artikel 97
nieuwe 184 bestaat in hoofdzaak hierin, dat in het nieuwe
artikel geen minimum .getal bezoeken per jaar en per school
(thans nog twee) wordt geëischt.
Dit minimum zal evenwel toch in acht moeten worden
genomen, indien de Commissie zich met den toestand van
het onderwijs op de hoogte zal hebben te houden, toe moet
zien, dat de verordeningen op het onderwijs stipt nageleefd
worden en jaarlijks aan den gemeenteraad een beredeneerd
verslag van den toestand van het onderwijs moet doen (art.
184 der Lageronderwijswet 1920).
Zonder geregeld schoolbezoek zal aan deze wettelijke
verplichtingen onmogelijk behoorlijk kunnen worden vol
daan.