168 van Uit liet Jaarverslag over 1919 van de Vereeniging „die Haghe” blijkt, dat het aantal leden, in Januari 1920 was 631. Op verschillende bijeenkomsten traden als sprekers op of gaven toelichting bij bezoeken de heeren Prof. Dr. A. G. v. Hamel, Jhr. O. J. A. Repelaer van Driel, Dr. H. E. van Gelder, Prof. Mr. C. v. Vollenhoven, Prof. Dr. A. Eefchof, H. J. H. Modderman (burgemeester van Naald wijk), v. Dalen (archivaris Dordrecht), Pater Fr. B. Kruitwagen O. F. M., H. P. Brommer, Prof. G. von Antal. Van de eere-leden overleden Dr. R. Krul, J. van Stolk en Th. Morren, van de leden de heer C. F. Gijsberti Hodenpijl. De prenten verzameling der vereeniging is omdat zij niet het nut af wierp dat er van verwacht werd, verkocht. De IVe serie van den platenatlas verscheen dezen zomer. Excursies werden gemaakt o.a. naar het West land en naar Dordrecht. Voortgegaan werd met het plakken der fiches op de notarieele protocollen over de jaren 16501660, en het klapperen der namen na 1670. In het verslag over het jaar 19191920 van het Letterkundig Genootschap „Oefening kweekt Kennis” wordt medegedeeld, dat in de samenstelling van het Bestuurde volgende veranderingen kwamen: M. Emants, die wegens vertrek naar het buitenland ontslag heeft genomen, werd vervangen door Dr. P. C. Molhujjzen; inplaats van Dr. A. C. J. A. Greebe werd gekozen Dr. Oh. A. van Geuns; de heer J. Bosboom M.z. werd vervangen door Mr. E. L. van Einden. Het ledental is ongeveer gelijk gebleven. De finantieele toestand is bevredigend. Uit het verslag van den penningmeester blijkt, dat er een nadeelig 'saldo is van f 7,50 tegen een nadeelig saldo van f 97,01 in het vorige jaar. Achtereenvolgens traden voor de leden op o.a. Dr. D. C. Tinbergen, Jhr. W. H. W. de Koek, Ds. F. van Gheel Gildemeester, de heer A. T. A. Heyting, L. Couperus, Prof. Dr. A. Ph. Boissevain, Mevr. Kooyv. Zeggelen, Prof. Dr. H. C. Hesseling, L. L. A. del Sarto, A. Sunder, Joh. de Meester en Mevr. J. v. d>. Bergh van Eysinga Elias.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 170