50
VERSLAG over het jaar 1920 omtrent de Buiten
gewone School voor Lager Onderwijs {school
voor zwakzinnigen) aan de Bomstraat 76 te
Scheveningen.
Het onderwijs. De voornaamste grondstellingen, welke
bij het onderrieht gelden, zijnhet onderwijs zij zooveel
mogelijk concreet, het zjj zooveel mogelijk praktisch en
zooveel mogeljjk individueel. Door voortdurend herhalen
wordt getracht de leerstof het eigendom der kinderen te
doen worden. De leerstof vormt een afgerond geheel en
beperkt zich tot het allernoodigste, evenwel zoo, dat de
leerlingen, die de school doorloopen hebben, zich in het
dagelijksch leven zullen kunnen redden.
Het doel is, de kinderen zoover te brengen, dat zjj bij
het verlaten der school een eenvoudig stukje lezen en be
grijpen; in de getallenruimte 11000 met heele getallen
rekenen; de dagelijks gebruikt wordende maten en gewichten
kennenzich met geld kunnen helpen en in staat zijn een
eenvoudig briefje zonder grove fouten te schrijven.
Veel aandacht wordt aan de zedeiijke opvoeding gewijd;
zin voor orde en netheid wordt aangekweekt.
De lichamelijke opvoeding neemt een voorname plaats in
bjj het onderwijs. Veel tijd en moeite worden besteed om
de handvaardigheid in praktische richting te oefenen.
Klassen-indeeling. De school telde op 31 December 1920
6 klassen, t.w. een 6de, een 5de, een 4de, een 3de, een 2de
en een 1ste leerjaar.
Leerplan en leervakken. In het leerplan zijn de volgende
leervakken opgenomen; lezen, schrijven, rekenen, Neder-
landsche taal, vaderlandsche geschiedenis, aardrijkskunde,
natuurkennis (zaakonderwijs), zingen, teekenen, gymnastiek,
nuttige handwerken, handenarbeid (karton-, klei- en hout-
arbeid).
Per week wordt 21 uur les gegevende morgenschooltijd
Inlichtingen van algemeenen aard.