53
4
VERSLAG BEWAARSCHOOLAKTE-EXAMENS.
a.
TEEKENEN.
(1112% uur.)
Maak een zoo goed mogelijk afgewerkte teekening van
één der volgende onderwerpen;
Een droogrek. In de nabijheid staat een wasehtobbe.
b. Een schoolbord op ezel; een prullenmand (niet
vierkant).
c. Een ronde tafel en een stoel.
OPVOEDING EN ONDERWIJS.
(2%—4% uur.)
Opstel naar keuze:
1. Het spel in de ruimste beteekenis is voor de be
waarschool een der beste onderwijsmiddelen.
2. Het is noodig, dat reeds bij jonge kinderen goede ge
woonten worden aangekweekt. Waarom? Welke taak heeft
de bewaarschool in deze? Geef voorbeelden.
3. Vergelijk het vertellen en het aanleeren van versjes
met elkaar. Let daarbij vooral op het doel en de waarde
van beide.
Het mondeling en practise!] examen werd afgenomen te
Rotterdam op 6, 7, 8, 13 en 14 Juli in de Openbare Bewaar
school aan de C. P. Tielestraat.
REKENEN.
(1%2% uur.)
1. Iemand koopt 3 stukken land:
5 H.A., 3 A., 12 c.A. a 1,87 den M2.;
16 H.A., 12 A„ 14 c.A. a 2.05 den M2.;
8 H.A., 39 A„ 85 c.A. a 2,19 den M2.;
Hoeveel is de gemiddelde prijs per M2. (in eenten nauw
keurig)
2. Van een balk, die 2,5 d.M. breed is en 2 d.M. dik, be
draagt de oppervlakte 5,59 M2.
Hoe lang is die balk en hoe zwaar weegt hij? S.G. vaïi
het hout 0,8.
3. Een handelaar koopt een lading aardappelen, groot
320 H.L. Nadat er 12% bedorven is, wordt de rest ver
kocht tegen 3,den H.L., waardoor er 16a/s gewonnen
wordt.
Bereken den inkoop van 1 H.L.
4. Iemand zette 9000,— op interest, gedeeltelijk a 4 en
gedeeltelijk a 5 ’s jaars. Beide kapitalen brachten samen
in 9 maanden 315,interest op.
Hoe groot was ieder der kapitalen?