53
FRÖBELLEER.
9
VERSLAG BEWAARSCHOOLAKTE-EXAMENS.
Het onderzoek naar de bekendheid met de speelmiddelen
van Fröbel had, behoudens enkele uitzonderingen, betere
resultaten dan dat naar de vaardigheid in het werken
met genoemde speelmiddelen. Niet alleen zag men nogal
eens onbeduidend werk, maar het kwam zelfs voor, dat
eenvoudige opgaven, als: het vouwen van eene reeks
vouwfiguren; het laten zien van oefeningen met de 2e
gave; het samenstellen van een mozaïekfiguur; het maken
van een legfiguur van een der bouwgaven, niet konden
worden uitgevoerd. Daarentegen lieten anderen mooi werk
zien, dat vlug en handig in elkander gezet werd.
De bekendheid met de leerstof, die naar aanleiding der
verschillende speelmiddelen verwerkt, en de wijze, waarop
deze met de klasse behandeld kan worden, zóó dat de
kinderen een werkzaam aandeel in de les hebben, was, op
enkele uitzonderingen na. voldoende.
De Commissie meent er nogmaals op te moeten wijzen,
dat er nog altijd candidaten zijn, die er zich geen reken
schap van schijnen te geven, dat het programma spreekt
van: speelmiddelen van Fröbel en anderen. Er wordt dus
ook voor Akte A gevraagd naar de bekendheid met speel
middelen, die sedert lang gewijzigd of aangevuld zijn, en
ook naar die, welke niet meer beschouwd worden als iets,
dat in den laatsten tijd is uitgekomen.
Opgaven en vragen:
Maak een bouwvorm van de 6e gave.
Stel de tusschengaven samen, die ge kent.
Hoe komen we aan die tusschengaven?
Waarom gaf men die?
naar voorbeelden en naar de taak der bewaarschool bij het
aankweeken van goede gewoonten, was door velen over
het hoofd gezien.
De resultaten van het mondeling onderzoek waren van
dien aard, dat de eindcijfers toch voor het grootste ge
deelte voldoende waren.
Bij dit onderzoek mochten de candidaten in den regel
zelf kiezen, over welk onderwerp zij wilden spreken. De
keuze viel bijna altijd op straffen en beloonen. Wanneer de
candidaten over dit onderwerp waren uitgepraat, hetgeen
gewoonlijk zeer spoedig het geval was, werd onder meer
gevraagd naar de waarde van het vertellen; het verschil
tusschen aanschouwelijk en aanschouwingsonderwijshet
versjesleerenhet plaatsen (Ier leerlingen; het voorbeeld
van de onderwijzeres; den invloed der leerlingen op
elkander.