53 10 VERSLAG BEWAARSCHOOLAKTE-EXAMENS. Tot welke groep van leermiddelen behooren de bouw- gavenï Tot welke groep behoort het vouwblad? Hoeveel vouwreeksen kent ge? Vertel iets van het werken met ringen. Waarmede wordt het ringleggen verbonden? Maak een figuur van legstokjes en legspel. Op welke verschillende manieren kan men een figuur van mozaïekplaatjes samenstellen? FRÖBELLES. De candidaten mochten met het opgegeven speelmiddel een vrije les geven, nadat haar was medegedeeld, hoe oud de leerlingen waren en ze dus daarmede rekening konden houden bij hare keuze. Over ’t algemeen waren de lessen voldoende, enkele zelfs heel goed. Bij deze lessen mochten de kinderen zelf denken en flink werken, zoodat ze met plezier bezig waren. Bij bouwfiguren werd vaak gebruik gemaakt van papier ter versiering of aanvulling, wat de voorstelling mooier en duidelijker maakte, ’t Was jammer, dat sommige candidaten na één figuur niet meer wisten wat ze verder zouden doen en dan den verderen tijd trachtten te vullen met praten; haar cijfer brachten zij daardoor naar beneden. Het geestdoodend voor- en nadoen kwam bijna niet voor; de meeste candidaten betrokken de kinderen in het samen stellen en wisten zoodoende de belangstelling gaande te houden. De Commissie wil nog eens wijzen op het feit, dat er candidaten waren, die nooit gewerkt hadden met het legspel of met mozaïek en stokjes. VERTELLEN. Een eenvoudige vertelling, een enkelen keer een sprook je, uit Zonnestralen in school en huis door Henr. Dietz en Kath. Leopold, Moeder vertelt weer door E. Kuipersvan der Koogh, Nieuwe vriendjes door S. Maathuis—Heken, Praatjes bij plaatjes voor kleine maatjes door dezelfde, Ons Thuis door Henr. Dietz, werd aan iedere candidaat voorgelegd. Indien zij het gewenscht achtte, mocht zij het verhaal wijzigen onder voorbehoud, dat daarbij de strekking van het verhaal bewaard bleef. Ter voorbereiding kreeg zij 15 minuten. Slechts een paar candidaten wisten door haar voordracht de kinderen zóó te boeien, dat deze met de vertelster mee leefden in ’t verhaal. Haar toon was beschaafd en prettig, haar voordracht aanschouwelijk, haar taal goed verzorgd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 1855