53 12 VERSLAG BEWAARSCHOOLAKTE-EXAMENS. AKTE B. NEDERLANDSCHE TAAL. (9IOV2 uur.) Het schriftelijk examen voor de Akte van Hoofdouder- wijzeres (Akte B) werd, in overeenstemming met het be paalde in art. 3 der Verordening op het examen, gehouden ie Rotterdam en te ’s-Gravenhage, op 1 October 1920. Het schriftelijk werk bestond uit de volgende opgaven: 1. 2. 3. 4. Opstel naar keuze. De eerste stap. Een nationale feestdag. Uit het oog, uit het hart. Op het postkantoor. dan door een lange redeneering, waarbij ze dan nog groot gevaar liepen, dat sommige leerlingen gingen afdwalen. Wat de bewegingen betreft, kan er niet genoeg op ge wezen worden, dat de candidaten deze bestudeeren en daarbij vooral den stand der voeten nagaan. Is de voeten stand vekeerd, dan kan een beweging, als schaven en zagen bijv., onmogelijk goed uitgevoerd worden. Een gebrek van candidaten met weinig practijk is, dat ze de klasse niet altijd overzien. De Commissie erkent, dat dit moeilijk is, maar moet het toch als eerste voor waarde voor ’t slagen van een spel handhaven. Met nadruk meent zij er verder op te moeten wijzen, dat de candidaten elk op het lijstje voorkomend spel geheel dienen te kennen. Meestal blijft toch de keuze der Com missie gedurende den loop van ’t geheele examen tot een klein aantal spelen beperkt, waardoor het zeer moeilijk wordt, ongewenschte herhalingen te voorkomen. Wanneer zij nu van enkele, daartoe geschikte spelen een paar vol gende coupletten kan nemen, wordt dit bezwaar eenigszins opgeheven. Aanbeveling verdient het verder niet al te een voudige spelen te kiezen, maar zulke, waarin wat han deling zit, zoodat de candidaat gelegenheid krijgt, haar volle kraeht te ontplooien. Bij *t vrije spel meenden sommige candidaten ’t zóó te moeten opvatten, dat ze na de verklaring zich terug trok ken. Natuurlijk is ’t gewenscht en soms zelfs noodzakelijk, dat zij de leiding behouden, ook al om kleine ongelukjes te voorkomen en allen zooveel mogelijk aan ’t spel te doen deelnemen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 1857