Bylage 55
Dienst en Gebouwen.
Personeel.
Doel en middelen.
Verschillende scholen wisselden in den loop van dit jaar
van bestemming, vooral door de invoering van het stelsel
der kopscholen, waarover elders in het Gemeenteverslag
bericht wordt. Daardoor werd het ook noodzakelijk dat de
verdeeling der scholen onder de verschillende schoolartsen
eenige wijziging onderging.
Nieuwe bijzondere scholen, die aansluiting aan den Ge
meentelijken Schoolartsendienst zochten, waren le. de R.-K.
bijzondere school voor jongens aan de Brandtstraat (Beijer-
straat), 2o. de Elout van Soeterwoudeschool aan de Da-
guerrestraat.
Sedert de indiening van het vorige verslag zijn uit den
aard der zaak geene ingrijpende veranderingen aan het
Gebouw aangebraeht; toch zijn er nog enkele verbeteringen
mogelijk, waartoe echter nog geen besluit is genomen, hoe
wel hierop herhaaldelijk is aangedrongen.
VERSLAG van den Gemeentelijken Schoolartsen
dienst over het jaar 1920.
Op den len Febrruari 1920 werd Mejuffrouw A. Voor
hoeve tot schoolzuster in vasten dienst aangesteld, terwijl
Mejuffrouw N. Otter den 17en d.a.v. eveneens in vasten
dienst overging.
Mejuffrouw S. C. Smit werd den len October benoemd tot
schrijver in vasten dienst na gedurende een jaar tijdelijk
deze functie te hebben waargenomen.
Het personeel van den Schoolartsendienst onderging in
den loop van het jaar 1920 eene uitbreiding, doordat B. en
W. twee nieuwe schoolzusters benoemden, de zusters J. S.
van der Ent en P. Breedveld.
Reeds ten vorige jaren hadden deze zusters uitstekende
diensten bewezen bij het onderzoek naar kleerluizen.
Als jongmaatje werd in dienst genomen T. Vermeulen.