HOOFDSTUK XIII. B. Middelen van vervoer te lande. d. In- en uitklaringen. Hieromtrent zijn ons geene bijzonderheden bekend. Inrichtingen, in verband staande met de uitoefening van handel en andere bedrijven. A. Middelen van vervoer te water. f. Schepen. Onder letter e. van dit hoofdstuk treft men daarom trent eenige bijzonderheden aan. vonden in 6 van het verslag der Kamer van Koop handel en Fabrieken. Onder 6 van het verslag der Kamer van Koophan del en Fabrieken treft men aan eene opgave van de stoomboot- en scheepvaartdiensten, zoomede de markt- of dorpsschuiten, varende in geregelden dienst, tusschen deze gemeente en andere gemeenten des Rijks. e. Wer ven en Scheepsbouw. Te ’s-Gravenhage zijn gevestigd drie werven, waar van een voor buiten- en binnenlandsehe vaart en twee voor binnenlandsehe vaart en herstellingen. Voor zoo veel Seheveningen betreft verwijzen wij naar het ver slag van den Havendienst (Bijlage no. 16). Omtrent de verschillende spoor- en tramwegen en omnibusdiensten kunnen wij het volgende mededeelen: Uit het gemeenschappelijke verslag over 1920 dier Maatschappijen laten wij hier volgen eene opgave van het vervoer van reizigers, vee en goederen per station. g. Reederijen, compacten, schippersgilden en zeemanscollegiën. Hieromtrent zijn ons geene bijzonderheden mede gedeeld. 186

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 188