By lage 57 I VERSLAG betreffende den Gemeentelijken Schooi en Kindertuin over het jaar 1920. Mocht de terugblik over ’t eerste levensjaar van den Gem. School- en kindertuin zeer bemoedigend worden genoemd, het jaar 1920 was voor dit nieuwe instituut een hoogst be langrijk jaar. Het terrein aan de Ribesstraat, reeds in 1912 in ’t uit breidingsplan der Gemeente voor bebouwing aangewezen, kwam in 1920 als bouwgrond in exploitatie, waardoor ver plaatsing van den tuin noodzakelijk werd. Een 34 M. breede strook ten N. van Nieuw-Eik en Duinen, met een lengte van 250 M. gaf gelegenheid den nieuwen tuin in de onmiddellijke omgeving aan te leggen, terwijl de meerdere oppervlakte en grootere vruchtbaarheid van den grond deze verplaatsing tot een belangrijke verbetering van den bestaanden toestand maakten. Een zestal werklieden dempten twee slooten, groeven een vyvertje, verhoogden ’t middendeel met 40 c.M. aarde, legden paden aan, plaatsten een omrastering, en bemestten en spitten den grond. Op ’t verhoogde gedeelte werd een gebouwtje geplaatst, deels dienst doende als bergplaats van gereedschap, doch voor een grooter deel 8*/2 M bjj 4 M. dienende tot plaatsing van een aantal aquariums en terrariums. De teelgrond werd verdeeld in 2 X 96 tuintjes van 20 M2., terwijl aan ’t eene eind van den tuin een gedeelte van 600 M2. werd gereserveerd voor een twaalftal cultuurge- wassen, en aan ’t andere einde voor boomen, heesters, duin- tlora, vijvertje met grasveld, en bijenkasten een gelijk deel beschikbaar bleef. Langs den geheelen tuin werd evenals in 1919 een rand van 2 M. breed aangelegd, waar de verschillende planten- familiën een plaats vonden. 24 Februari 1920 vroegen Burgemeester en Wethouders aan de omliggende scholen opgave van ’t aantal liefhebbers voor een tuintje, uit 6e en 7e leerjaar.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 1892