5
3
VERSLAG GEMEENTELIJKE HYPOTHEEKBANK.
aan
De in dit jaar verbonden opstallen bestaan in villa’s,
hoerenhuizen, woon- en winkelhuizen, kantoorlokalen, pak
huizen, werk- en bergplaatsen, fabrieken enz. ten dienste
van handel en nijverheid met bijbehoorende woningen, auto-
garages, rookerjjen enz.
Rente.
De rentevoet was voor 11 leeningen 5/2 voor 1 leening
5% voor 28 leeningen 6 voor 1 leening 67io en
voor 18 leeningen 6'A
Over de door bouwcredietnemers tot zekerheid van de
voltooiing der onderpanden bij de bank gedeponeerde
gelden vergoedde deze een rente naar 3 ’s jaars.
Op 31 December van dit jaar was van geldnemers
rente niets meer te vorderen.
Kapitaal.
Door de bank is in 1920 aan kapitaal opgenomen een
bedrag van f 1.930.873,en door het Noodhypothekenfonds
een bedrag van f 324.127,met welke bedragen een bedrag
van f 2.255.000,— aan door de bank opgenomen kasgeld is
afgelost.
De over het door de bank opgenomen kapitaal ad
f 1.930.873,verhoogd met een bedrag van f 97.018,18 voor
het ten hare laste komend disagio, aan de Gemeente te ver
goeden rente bedraagt 5 (5 Gemeenteleening 1919)
’s jaars.
Van het kapitaal (4’/2 Gemeenteleening Januari 1918)
werd op 31 December afgelost een bedrag van f 56.133,55 en
Aflossing.
De aflossingen hadden geregeld plaats. In totaal werd
afgelost f 505.704,60, waarvan f 348.259,-wegens vervroegde
algeheele aflossing van 16 leeningen en f 96.455,wegens
tusschentijdsche gedeeltelijke aflossingen.
Vergoeding voor vervroegde aflossing.
Aan vergoeding voor vervroegde aflossing werd ontvan
gen een bedrag van f 1.724,75.
Voor die tusschentijdsche aflossingen, welke slechts
dienden om met dezelfde geldnemers nieuwe leeningen tot
verhoogd bedrag te kunnen aangaan, werd geen vergoe
ding in rekening gebracht.
Executies.
Evenals in de vorige jaren behoefde niet tot excecutie
te worden overgegaan.