I I 5 f fc 4 VERSLAG GEMEENTELIJKE HYPOTHEEKBANK. Rekening. De verlies- en winstrekening sluit na aftrek van een be drag van f 892,80 ter gedeeltelijke afschrijving van het disagio, met een batig saldo van f 41.933,39®, welk bedrag ingevolge art. 13 der beheersverordening gebezigd zal worden tot vorming van reserve. Reserve. Na verhooging met het batig saldo bedraagt de reserve thans f 46.850,22®. op het kapitaal (5 Gemeenteleening September 1918) een bedrag van f 2.071,26 of in totaal f 58.204,81. Over het opgenomen kasgeld werd tot 1 Mei rente betaald ad 5% ’sjaars, welke rentevoet met ingang van dien datum werd verhoogd tot 6 en met ingang van 1 No vember tot 6'4 Met het oog op het belang van den aanbouw was de noodzakelijkheid van deze beperking te betreuren. Naar de meening van Burgemeester en Wethouders lag het dan ook op den weg van het gemeentebestuur om, zooals zij den Raad mededeelde (Bijl. 1445 van 1920), wanneer de gelegen heid zich voordoet op andere wijze dan door gemeentelijke hypotheken aan de behoefte aan bouwkapitaal tegemoet te komen, haren steun te verleenen, waar deze noodig en tevens mogelijk mocht blijken. Die gelegenheid deed zich toen voor in dezen vorm, dat eenige van die vereenig-ingen, welke den bouw van midden- standswoningen op zich hadden genomen met steun van wege het Rijk en de Gemeente, bij een rijksinstelling hypo theek konden verkrijgen onder garantie van de Gemeente. Waar er eenig uitzicht bestond, dat ook van andere dan de hierboven aangeduide zijde onder waarborg van de Gemeente hypothecaire leeningen op erfpachtsgrond zouden zijn te verkrijgen, was het met het oog hierop gewenscht, eene algemeene regeling te treffen. Garantiën. In verband met de bezwaren, welke het gemeentelijk cre- diet ondervond, besloten Burgemeester en Wethouders (schrijven van 30 Augustus 1920 No. 20136 Afd. F.) voor- loopig geen gelden meer beschikbaar te stellen voor het verstrekken door de Gemeentelijke Hypotheekbank van gelden onder hypothecair verband op nieuw inkomende aanvragen. Wat het Noodhypotheken fonds betrof, waren Burge meester en Wethouders bereid eventueele voorstellen tot het verstrekken van hypotheek uit dat fonds op den tot dusverre gevolgden voet in overweging te nemen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 213