By lage 6 VERSLAG van het Grootboek der ’s-Graven- haagsche Gemeenteschuld over 1920. Het aantal hoofden van rekening vermeerderde met 8 verminderde met 7 en bedroeg dientengevolge op 31 Decem ber 1920 109. In het jaar 1920 werden 114 obligaties ingeschreven, 4 overgeschreven op een nieuwe rekening en 117 doorgehaald (waarvan 75 wegens aflossing na daarvoor bij uitloting te zijn aangewezen). Het aantal ingeschreven obligaties ver minderde dus met 3 en bedroeg op 31 December 1920 2543, vertegenwoordigende een nominaal kapitaal van f2.543.000,—. Zooals op blz. 5 van het verslag over 1919 is mede gedeeld zou aan den Gemeenteraad het voorstel worden gedaan de Grootboekverordening op een tweetal punten te wijzigen, ten einde de door de rekeninghouders in acht te nemen formaliteiten te beperken, voor zoover dit met de vereischte zekerheid en waarborgen kon worden overeen gebracht. By Raadsbesluit van den 12den Januari 1920 zijn bedoelde wijzigingen tot stand gekomen. In de eerste plaats is daar door mogelijk gemaakt, dat doorhaling der inschryving van uitgelote obligaties plaats heeft zonder dat de rechthebbende, nadat hem van de uitloting en aflosbaarstelling is kennis gegeven, daarvoor nog een aanvraag, op een daartoe be stemd formulier, moet inleveren. Deze doorhaling geschiedt in het vervolg ambtshalve, als gevolg van de aflossing der obligaties door de betaling der aflossingsbedragen aan den rechthebbende. Eene tweede vereenvoudiging, voor de belanghebbenden van grooter belang, betreft de bepaling, dat de beschik baarstelling der rentebedragen geschiedt na inlevering dooi den rechthebbende van een door hem onderteekend saldo- biljet. Deze eisch is thans vervallen voor hen, die de rente op hunne rekening bij den Postcheque- en girodienst wenschen te zien bygeschreven en dit schriftelijk aan de Directie van het Grootboek hebben te kennen^gegeven.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 226