25 12.232,98s Blijft f 15.323.403,40 2.699.406,75s Verder verwijzen wij naar de staten (Bijlagen 1 en 2), die den aard der ontvangsten en der uitgaven afzon derlijk vermelden. Het voordeelig saldo der rekening is ontstaan uit het verschil van het voordeelig saldo der buitengewone ontvangsten en uitgaven ad f 14.258.274,05® en het na- deelig saldo der gewone ontvangsten en uitgaven ad f 6.658.767,47. Over het vermoedelijk saldo van „gewoon” werd ten bate van den dienst 1920 beschikt tot een 'bedrag van f 4.913.393,03, welk bedrag met f 1.750.774,24® is verlaagd, wegens uitkeering uit de opbrengst der oorlogswinst- belasting (voorzoover ten bate van den gewonen dienst komende), zoodat ten slotte' ten laste van den gewonen dienst 1921 kwam een nadeelig saldo van f 9.821.386,25®. Bovendien bleef te verhalen wegens: a. Aandeel van de Gemeentegasfa- brieken in de uitgaven, omschre ven in volgn. 426 der uitgaven f 23.368, b. Voorschotten van het Rijk, ten be hoeve van maatregelen in het be lang van de verbetering der volks huisvesting, als bedoeld in art. 32, sub c der Woningwet- 816.304,31 Op den dienst 1919 is op den post „Geldleening” f 18.010.577,17 méér ontvangen dan geraamd is. Dit bedrag be hoort te worden vermeerderd met daar dit bedrag, wegens rijksbijdrage voor school- lam w, meer is ontvangen, dan geraamd is. Op den post „Geld leen hug” is derhalve f 18.022.810,15® méér ontvangen dan op den dienst 1919 dekking behoefde. Op de posten „Geldleening tot gedeeltelijke dek king van de vermoedelijke nadeelige. saldi van het lijdelijk Distributiebedrijf en van de tijdelijke Ge meentelijke Centrale Keuken”, over 1918 en 1919 resp. geraamd op f 1.579.943,45 en f 1.119.463,30®, te zamen is niets ontvangen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 28