9
18
Gemeentebestuur zesmaal gebruik gemaakt; in alle zes
gevallen werd terugstorting van het de ten onrechte uit de
werkloozenkas verstrekte gelden gevorderd.
De bezwaarschriften betroffen het kasbestuur van:
lo. den Algemeenen Nederlandschen Grondwerkersbond,
dat aan twee leden uitkeering had verstrekt over een ter
mijn, gedurende welken zij niet werkloos bleken te zijn
geweest.
Gevorderd werd dat een bedrag van f 91,hetwelk ten
onrechte was uitgekeerd, in de kas zou worden ternggestort,
aan welke vordering werd voldaan
2o. den Ned R -K. Bond van Bakkers en Cacao-, Chocolade-
en Suikerbewerkers, dat uitkeering had verstrekt aan een
lid, die, nadat hij zich als „werkloos” had aangemeld, als
stucadoor arbeid heeft verricht; die voorts op aandringen
van stakende stucadoors het werk heeft neergelegd, aan de
betrokken stucadoorsorganisatie verklarende niet georgani
seerd te zijn, zoodat hij, behalve de werkloosheidsuitkeering,
gedurende eenigen tijd een stakingsuitkeering van 18 a 25
gulden per wéék genoot. Terugstorting werd gevorderd van
een bedrag van f 202,80, aan welke vordering gevolg werd
gegeven
3o. den Ned. R.-K. Metaalbewerkersbond, dat uitkeering
had verstrekt aan drie leden, die het werk hadden neerge
legd, omdat zij door uitgesloten werklieden werden gepost,
terwijl sommigen hunner bovendien werden aangehouden.
Het bondsbestuur ging tegen deze beslissing by den
Minister van Arbeid in beroep, die besliste, dat ten aanzien
van twee leden terecht en ten aanzien van één lid, waarvan
naar de meening van genoemden bewindsman, inderdaad
kon worden aangenomen, dat hij onvrijwillig werkloos is
geweest, ten onrechte tegen de uitkeeringen bezwaren is
gemaakt
4o. den Ned. R.K. Bond van Transportarbeiders te water
en te land „St. Bonifacius”, dat aan eenige losse arbeiders
voor eiken dag, dien zij werkloos waren een bedrag van
drie gulden had uitgekeerd, zonder rekening te houden
met het loon, hetwelk zij in de week, waarin zij werkloos
heidsuitkeering genoten, voor verrichte werkzaamheden
hadden verdiend, terwyl bovendien geen z.g. loonboekjes
waren uitgereikt, waardoor het onmogelijk was om na te
gaan, welk bedrag aan bedoelde losse arbeiders te veel was
uitbetaald. Gevorderd werd, dat een bedrag van f 249,
hetwelk ten onrechte was uitbetaald, in de kas zou worden
teruggestort, waaraan werd voldaan.
5o. den Centralen Bond van Transportarbeiders, dat uit
keering had verstrekt aan een lid, dat weigerde passenden
VERSLAG DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING.
i