10
258 030 ad f 2.424.873,50
576 152.468,—
258 606 ad f 2.577.341,50
303 172 ad f 2.682.235,55
661
303 833 ad f 2.839.004,85
3
VERSLAG DER GEMEENTEBANK VAN LEENING.
5. Leeningen.
Leeningen op onderpand.
a.
Deze cijfers waren voor 1919:
156.769,30
Totaal
en wijzen dus een verschil aan van
Totaal minder
45 227
a.
b.
a.
b.
Van de drie ten verkoop overgebleven effecten, deel
uitmakende van het kapitaal der Bank, werd er nog een
ad f 1000,verkocht; de beide overige vonden nog geen
plaatsing.
Verstrekt werden:
tegen ander onderpand dan
effecten
b. met effecten als onderpand
Totaal
meer minder
dan in 1919.
45142
85
De aan het einde van 1919 tot stand gekomen reglements-
wyziging, beoogende o.a. vermeerdering van inkomsten, trad
1 Januari 1920 in werking. Het doel werd in zooverre be
reikt dat, ondanks de belangrijke stijging der lasten, nader
omschreven bij de „Financieële uitkomsten”, het werkelijk
nadeelig saldo verre blijft beneden dat van het vorig jaar
en ook lager is dan geraamd.
Verhooging van het maximum der geldleeningen ingevolge
art. 22 der verordening, is mede nuttig gebleken. Een aan
merkelijk hooger bedrag kon daardoor worden verstrekt.
Ten slotte werd in den loop van het jaar verandering ge
bracht in de wijze van in rekening brengen van het admi-
nistratieloon der „andere geldleeningen”, bij wekelijksche
afbetaling.
meer minder
dan in 1919.
f 257.362,05
4.301,30
ad f 261.663,35
Aantal
leeningen. Bedrag.