11 2 b. Filters en Pompstation. c. Opvoerwerktuigen c.a. De stoomketels 5 en 6 werden na aanschryving van het Rijkstoezicht op het Stoomwezen voor onderzoek geheel van De betrekkelijk geringe regenval in 1920 teekende zich af in een algemeene verlaging van de in de peilputten maandelijks opgenomen grondwaterstanden en in een diepere afpomping van de verzamelkom. De geregeld waargenomen chloorgehalten van het water, afkomstig van de waarnemingsposten, geven geen aanleiding tot bijzondere opmerkingen. Een aantal bronnen, dat zich in het gedeelte der draineerleiding het dichtst bij zee gelegen bevindt, bleef ook dit jaar nog gesloten om stijging van het chloorgehalte in dat deel van de watervang tegen te gaan. De goede werking der filters stond ook in 1920 niet achter bij die in de voorgaande jaren. Wel wordt nagegaan of een verandering, eventueel uit breiding, van de thans gevolgde wijze van waterzuivering aanbeveling verdient, waarbij dan, zonder het gunstige resultaat der tegenwoordige filtratie in gevaar te brengen, de werkperiodes der zandfilters aanmerkelijk zouden kunnen worden verlengd, hetgeen, waar de uitgaven voor schoon maak der filters zeer belangrijk zyn, een groote besparing zou beteekenen. Een tweetal nieuwe filters, 9a en 9b, werd in den aanvang van het verslagjaar voltooid en in bedrijf gesteld en het beschikbare filteroppervlak daardoor met ‘/e 'h vergroot. Bij den bouw van deze nieuwe filters werd, in afwyking van de vroegere ■werkwijze, het meest grove filtermateriaal vervangen door een laag in regelmatig verband aange brachte tegels. Deze constructie gaf aanleiding tot tevredenheid en werd daarom ook toegepast bij de herstelling en de verbouwing, welke gedurende het verslagjaar aan de filters 8a en 8b tot stand kwamen. Bovendien werden voor de laatstgenoemde filters een nieuwe toevoergoot en nieuwe vuilvangers aangebracht. Wegens de uitvoering dezer werken konden deze filters eerst tegen het einde des jaars weder in dienst worden genomen. Het gewone onderhoud aan de filters, evenals dat aan de gebouwen van het Pompstation, had overigens naar be hoefte plaats. VERSLAG DER DUINWATERLEIDING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 333