11
17
ADMINISTRATIEF OVERZICHT.
De Secretaris.
TER PELKW1JK.
Burgemeester en Wethouders
van ’s-Gravenhage,
J. PATIJN.
Omtrent de rekening der Duinwaterleiding over 1920
hebben Burgemeester en Wethouders de eer het volgende
op te merken:
Terwijl het jaar 1919 een nadeelig saldo opleverde van
f 49.926,23s, werd over 1920, in verband met de tariefsver-
hooging, een voordeelig saldo bereikt van f 297.231,68.
De baten zijn rond f 508.800,ruim 32% meer dan
in 1919. In hoofdzaak brachten meer op: Art. 1 „Opbrengst van
het duinwater” rond f 456.700,of bijna 35 en Art. II
„Opbrengsten uit de distributie” rond f35.900,of bijna 15
De lasten bedroegen, vergeleken met 1919, rond f161.700,
of bijna 10% meer. Meer werd gevorderd voor„Exploitatie
Pompstation rond f25.600, of ru im 8 Onderhoudskosten”
rond f 31.900,of ruim 41 voornamelijk wegens onder
houd van filters, „Algemeene onkosten” rond f 76.700,— of
bijna 19 wegens verhooging der wedden en de invoering
van premievrij pensioen, „Renten” rond f 14.200,of ruim
7 en „Afschrijvingen” rond f 13.300,of bijna 6
De kostprijs van het water bjj de verbruikers bedroeg
16,6944 eent per Ms. tegen 15,2336 eent per M3. in 1919.
De geleverde hoeveelheid water steeg van 9.444.000 M3. in
1919 tot 9.631.000 M3. in 1920, een vermeerdering van 2%.
De lengte der hoofdleidingen vermeerderde van 347.479 Meter
tot 356.894 Meter, d. i. met rond 9.400 Meter of ruim2’/2%-
Het aantal perceelen, waaraan water werd geleverd, bedroeg
op 31 December 1920: 78.823 tegen 77.132 op 31 December
1919, een vermeerdering van ruim 2
Het kapitaal vermeerderde door uitbreiding met rond
f 379.300,— en verminderde door aflossing met rond
f 243.300,—.
REKENING van de Duinwaterleiding over het jaar 1920.
VERSLAG DER DUINWATERLEIDING.