12 37 VERSLAG DER GEMEENTEGASFABRIEKEN. abonnement) per Particulieren. Gemeente. Totaal. In 1920 38.644.334 M3. 549.940 AI3. 39.194.274 M3. In 1919 37.670.937 412.283 38.083.220 n 973.397 M3. 137.657 M3. 1.111.054 M3. 2,58 33,39 2,92 1920 gestegen Per meterlieht. Per gasverbruiker. 509,36 M’. tegen 497,12 Gasverbruik van particulieren en gemeente, over gewone en muntmeters (huurinstallatiën) bij abonnement en voor illuminatiën: Het gemiddeld aantal inwoners was in 1920 362.426, waar over het gezamenlijk verbruik van particulieren en ge- meentegebouwen bedroeg per inwoner 108,14 M3. tegen 107,02 M’. in 1919. Het verbruik van particulieren en gemeentegebouwen, omgeslagen over het gemiddeld aantal gasverbruikers en meterlichten, bedroeg in 1920 gemiddeld: Het aantal inwoners der gemeente is in van 359.610 tot 365.241, de toeneming was dus 5.631 of 1,57 Op 31 December 1919 telde men 1 gasverbruiker op 4,68 in woners, op 31 December 1920 1 op 4,74. Bovendien zijn, behalve die onder de meters voor eigen gebruik begrepen, nog in gebruik 17 z.g. tusschenmeters met 76 meterlichten. In het aantal verbruikers is één met eigen meter be grepen. Het gemiddeld aantal lichten (meter en verbruiker bedroeg op 31 December 1920 6,09 tegen 6,04 op 31 December 1919. 83,99 M3. 82,27 in 1919.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 405