13 6 VERSLAG GEM. ELECTRISCH BEDRIJF. IV. Machines en Ketels. In F ab r i e k I zijn aanwezig: I gelijkstroomdynamo van 700 K.W. en een draaistroomdynamo van 720 K.W. bij cos. 0 0,9 gezamenlijk gekoppeld met een stoommachine van een normaal vermogen van 720 K.W., voorts een gelijk stroomdynamo van 1400 K.W. en een draaistroomdynamo van 1440 K.W. bij cos. 0 0.9 gezamenlijk gekoppeld met een stoommachine van 1500 K.W. normaal en ten slotte 1 turbodynamo van 1500 K.W. bij cos. 0 0,9 en een turbo- dynamo van 2000 K.W. bij cos. 0 0,9. Ten behoeve van de gelijkstroomlevering is een draai- stroomgelijkstroomomzetter van 720 K.W. aanwezig en een draaistroomgelijkstroomomzetter van 1200 K.W., welke laatste in den loop van het verslagjaar is opgesteld en in bedrijf werd genomen. In het ketelhuis zijn aanwezig 4 Lancashire-ketels van 75 M-'. verwarmend oppervlak elk, 2 waterpijpketels van 292 M2. verwarmend oppervlak elk (Babcock Wilcox- ketels), 2 waterpijpketels van 434 M2. verwarmend opper vlak (Stirling-ketels). De Lancashire-ketels zijn voorzien van een inrichting voor den aanvoer van lucht onder de roosters. De Stirling-ketel is voorzien van: een automatische stook inrichting, een inrichting voor knnstmatigen trek en een inrichting voor den aanvoer van lucht onder de roosters. De Babcock Wilcox-ketels en een der Stirling-ketels dienen voor de Vuilverbrandingsinrichting. De in bruikleen opgestelde turbodynamo van 3000 K.W. werd door de definitieve van 8000 K.W. vervangen, zoo- dat in: Fabriek II zijn opgesteld: 2 turbodynamo’s van 8000 K.W. normaal bij cos. 0 0,8 2 4000 0 0,8 terwijl 2 w'aterpijpketels Marinetype (Babcock Wilcox) met een stoomproductie van 12000 tot 15000 K.G. per uur werden opgesteld. In Ketelhuis II zijn dus thans aanwezig: 8 waterpijp ketels Marinetype (Babcock Wileox) voorzien van auto matische stookinrichting en kunstmatigen trek, met opge- bouwden economiser met stoomproductie van 12000 tot 15000 K.G. per uur per ketel. Alle ketels zijn ingericht voor aanvoer van lucht onder de roosters. Door het foreeeren, tengevolge van de beperkte ketel- capaciteit in vorige jaren, moesten de ketels in het ver slagjaar belangrijke onderhoudswerken ondergaan, welke gedurende den zomer konden worden uitgevoerd, zoodat

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 469