15 12 VERSLAG VAN HET OPENBAAR SLACHTHUIS. V. Slachtingen. 182 runderen, 22 paarden, 157 vette kalveren, 125 graskalveren, 256 varkens, 305 schapen, 256 nuchtere kalveren, 5 geiten, 2 veulens, 2 speenvarkens. 7 Januari 7 Januari 30 Juni 6 September 12 April 5 Januari 22 April 30 Mei 13 Maart 31 Januari Ofschoon het vleeschverbruik is toegenomen, zijn in het afgeloopen jaar minder dieren geslacht dan in het jaar 1919, doch daartegenover heeft het invoercijfer eene onge kende hoogte bereikt. Zeer opmerkelijk is het, dat in ons land, zoo rijk aan vee, uit andere werelddeelen groote hoe veelheden vleesch worden geïmporteerd. In 1920 is in be vroren toestand ingevoerd: 2.104.190 K.G. rundvleesch, 14.047 K.G. varkensvleesch en 11.672 K.G. schapenvleesch. Van 1 Juli 1920 af heeft ongeveer 1/3 gedeelte van het verbruik uit buitenlandseh bevroren vleesch bestaan, het welk niet alleen door het publiek, doch ook ten behoeve van de Gemeenteziekenhuizen en de militairen werd ge kocht. Teneinde zooveel mogelijk tegen te gaan, dat het bevroren vleesch tegen de hoogere prijzen van het versche vleesch zou worden geleverd, is den 23sten Augustus 1920 door den Gemeenteraad eene Verordening op den verkoop van buiten landseh bevroren vleesch vastgesteld. Vergeleken met de cijfers van 1919 zijn minder geslacht 13.578 dieren, terwijl méér is ingevoerd 2.138.057 K.G. vleesch. Het grootste aantal dieren is geslacht op 5 Januari 1920: 94 runderen, 5 paarden, 57 vette kalveren, 65 graskalveren, 239 varkens en 305 schapen, totaal 765 dieren. Van elke diersoort afzonderlijk, werden het meest ge slacht op:

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 555