16
6
VERSLAG GEM. HAVENDIENST.
Stoomvaartuigen. 8 stoomvissehersvaartuigen deden ge
zamenlijk 63 reizen op de Scheveningsche haven, waarvan
45 met versche visch en 18 met haring. Verre van voor-
deelig te zijn, bracht het laten varen van deze vaartuigen
Diepte buitenhaven. De diepte van de vaargeul in de
buitenhaven was gedurende het geheele jaar, niettegen
staande het vele baggeren, veelal beneden het wettelijk
minimum. Zelfs werd in de maand Mei in den mond van de
buitenhaven een diepte gevonden van 1,80 N. A.P. De
toestand buitengaats tot 300 M. in zee was over het alge
meen gunstig, uitgezonderd op ongeveer 60 M. afstand van
de koppen der pieren, waar hij aan vrij groote verande
ringen onderhevig was.
Als gevolg van deze geringe diepte bleven in den loop
van het jaar vele vaartuigen in de buitenhaven vastzitten
of stootten bij eenige deining, terwijl bij lage waterstanden
de vaartuigen niet konden vertrekken of binnenkomen, zoo-
dat daardoor vele kostbare visehdagen verloren gingen.
acte van verbintenis zou worden geteekend. De reeders
verbonden zich daardoor, geen haring, die sedert den aan
vang der combinatie zou worden aangebraeht, beneden de
door haar gestelde grens-inkoopprijzen te verknopen. Aan
deze voorwaarde werd voldaan en de combinatie trad op
21 September in werking.
Bijna alle Seheveningsche reeders traden tot haar toe.
Door de combinatie werden verschillende grensprijzen
gesteld: daalde de markt beneden die prijzen, dan werd de
haring dooi- haar overgenomen.
Het gevolg hiervan was, dat de haringprijzen eenigszins
stabieler werden en zich bewogen om de door de combi
natie gestelde grensprijzen. Door de groote aanvoeren in
October konden zij zich echter niet op het gestelde niveau
handhaven en werden groote partijen haring door de com
binatie overgenomen.
Deze beschikte dus begin December over een vrij groote
hoeveelheid haring. Wel viel er na de openstelling der
Duitsche grenzen op 15 December, eenige opleving in den
haringhandel te constateeren, doch van bijzondere beteeke-
nis was deze niet. Aan het einde des jaars was het nog een
onbesliste vraag, of met bet oog op den ontredderden inter
nationalen toestand een verkoop zonder verlies mogelijk
zou zijn.
Het eindresultaat der teelt 1920 liet zich voor alle reede-
rijen dus weinig bevredigend aanzien, en de toekomst van
bet Noordzee-visschersbedrijf schijnt verre van rooskleurig.