16 7 VERSLAG GEM. HAVENDIENST. Kustvaart. Evenals het vorige jaar, bleef de kustvaart beperkt tot de Scheveningsehe schokkervloot, vermeerderd met een 60-tal vaartuigen van andere kustplaatsen, voor namelijk van Urk. De toestand van voor den oorlog, toen een groot deel der Zuiderzeevloot hier marktte, is echter nog steeds niet teruggekeerd. Van Scheveningen namen 30 schokkers en 33 garnalen booten en vletten aan deze visseherij deel. De resultaten waren bevredigend. Ongevallen. Het afgeloopen jaar onderscheidde zich gun stig van zijn voorgangers door een geringer aantal onge vallen. Den len Februari kwam de logger SCH 352 zeilende de haven binnen. In de buitenhaven stootte het vaartuig en werd daarna met zooveel kracht tegen den havenmuur ge slagen. dat midscheeps een groot gat ontstond. Direct liep de logger vol en zonk in den doorgang van de binnenvoor haven. De equipage werd behouden afgebracht. Den vol genden dag werd het vaartuig gedicht, leeggepompt en binnen gebracht. Den 21en Februari strandde de schokker SCH 114 in de buitenhaven en sloeg stuk. De logger SCH 149, die ter haringvisseherij was vertrok ken, kreeg, nauwelijks op zee, een lek, maar kon nog tijdig in de haven terugkeeren. Den 29en Juni verdaagde de schokker SCH 471 op de Noordpier en sloeg lek. Het vaartuig strandde daarna op het strand benoorden de haven. Den 8en Juli kwam een Nederlandsche duikboot voor de haven met een defecte machine. De sleepboot „Gier” ver trok ter assistentie maar behoefde geen hulp te verleenen. Den 9en Juli kwam voor de haven de schokker SCH 495 welke de equipage aanbracht van den gezonken sleepboot trawler IJM 345. De motorreddingboot nam deze zes imen- sehen over en bracht ze aan wal. Den 14en Augustus werd de motorreddingboot ter assis tentie gevraagd voor bet redden van drenkelingen nabij de wandelpier, doch keerde terug, toen bleek dat deze reeds aan den wal waren gebracht. Den 15en Augustus kwam de logger SCH 307 binnen met de bemanning van den trawlogger SCH 139, welke, volgens voor de betrokken reederijen zware financieele lasten met zich mede, vooral met het oog op de hooge prijzen der bunkerkolen, welke prijzen geenszins in verhouding stonden tot die van de versche visch en haring.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 582