16
11
VERSLAG GEM. HAVENDIENST.
III. Binnenhavens.
Scheepvaart. Het scheepvaartverkeer hier ter stede is
in drie groepen te verdeelen:
1°. De eigenlijke vrachtvaart;
2°. De beurtvaartdiensten;
3°. De turfvaart.
hierbij gevoegden staat van de in totaal aangevoerde en
verkochte visch.
Uitbreiding Visschershaven. Den 31en December deden
Burgemeester en Wethouders aan den Gemeenteraad het
voorstel, om te besluiten tot aanleg van een tweede binnen
haven met een verbinding met het Afvoerkanaal.
De vrachtvaart. Het vervoer te water, dat tijdens den
oorlog bedenkelijk was verminderd, en ook in 1919 nog niet
ten volle in gang was gekomen, herstelde zich langzamer
hand in 1920, met het gevolg, dat er gedurende een groot
deel van het jaar meer vraag naar, dan aanbod van binnen
scheep vaartruimte was. Wel was er in de eerste helft des
jaars 'een tijdelijke terugslag te eonstateeren, in verband
met de staking der transportarbeiders te Rotterdam en te
Amsterdam, welke van half Februari tot eind April heeft
geduurd, en waaronder vooral de scheepvaart te lijden had.
Daarop is gevolgd de uitsluiting in de bouwbedrijven, van
begin Mei tot einde Augustus, waardooi’ de aanvoeren van
zand en grind aanmerkelijk verminderden. Nadat deze
tijdelijke malaise voorbij was, werd het bedrijf spoedig
weder in vollen omvang uitgeoefend.
Van een eigenlijk scheepvaartbedrijf is hier ter stede
overigens geen sprake, aangezien vervrachtingen hier
weinig of niet voorkomen. Het grootste gedeelte der vaar
tuigen, die hier geladen aankomen, vertrekt weder ledig.
De voornaamste van hier uitgevoerde artikelen zijn: bier,
haring uit Scheveningen en afval, als oud ijzer enz.
De voornaamste, gedurende het afgeloopen jaar hier aan
gevoerde goederen waren:
Bouwmaterialen 591.000 ton, Beurtgoederen 256.000 ton,
Levensmiddelen 160.000 ton en Brandstoffen 104.000 ton.
Onder bouwmaterialen zijn ook begrepen verschillende
groote partijen zand, aangevoerd ten behoeve van den wo
ningbouw aan de Noord-polderkade en den Trekweg.
Hoewel gedurende de laatste maanden des jaars een in
zinking viel waar te nemen, die waarschijnlijk geweten
moet worden aan de dalende conjunctuur en de daardoor