16
12
VERSLAG GEM. HAVENDIENST.
verminderde aanvoeren, kan men zeggen, dat dooreen ge
nomen, de resultaten van de vrachtvaart over het afge-
loopen jaar bevredigend waren.
De beurtvaart. De resulaten van het beurtvaartbedrijf
gedurende het afgeloopen jaar zijn minder gunstig geweest.
Hoewel het goederenvervoer van dit bedrijf gedurende
het jaar 1920 normaal was, drukken de hoogere exploitatie
kosten, vooral de hoogere kolen- en olieprijzen, zeer zwaar
op dit bedrijf, dat voornamelijk wordt uitgeoefend met
stoom- en motorvaartuigen.
Bedrijfsstoringen, zooals stakingen, kwamen echter, in
tegenstelling met het jaar 1919, gedurende dit jaar in dit
bedrijf niet voor.
De turfvaart. Voor de turfschippers is het jaar 1929 een
goed jaar geweest.
In verband met het feit, dat de handel in turf niet meer
belemmerd werd door distributiebepalingen, hadden groote
aanvoeren van deze brandstof plaats en werd door ver
schillende schippers een druk gebruik gemaakt van de
turfmarkt aan de Slachthuiskade.
Uitbreiding Laakhaven. De uitbreiding der Laakhaven
heeft in 1920 haar beslag gekregen; van het nieuwe ge
deelte zal weldra de helft door particulieren in gebruik
genomen kunnen worden.
Stremmingen. Scheepvaartetremmingen kwamen in de
verschillende vaarwaters veelvuldig voor; zij moeten
vooral geweten worden aan de weinige diepte der singel-
grachten, waar herhaaldelijk vaartuigen aan den grond
raakten en zoodoende het verkeer te water stremden. De
meeste dezer stremmingen waren echter van korten duur.
Enkele stremmingen van meer ernstigen aard kwamen
voor, doordat vaartuigen onder de Wagenbrug vastraakten
en daar bleven zitten.
In de laatste maand van het jaar is men echter begonnen
met het sloopeu der oude Wagenbrug, zoodat men met
reden mag aannemen, dat de stremmingen daar ter plaatse
weldra tot het verleden zullen behooren.
Gedurende de maand December was de Loosduinsche
vaart door ijsgang gedurende eenige dagen voor het scheep
vaartverkeer gesloten.
Een 11-tal vaartuigen zonken in den loop van het jaar
op verschillende plaatsen in het vaarwater. Deze onge
lukken moeten voornamelijk geweten worden aan onoor
deelkundig, vooral te diep, laden der vaartuigen. Deze ge-