18
ft
40
VERSLAG GEMEENTEWERKEN’.
STRAFFEN.
Ambtenaren.
W erklieden.
SCHADEVERGOEDINGEN.
In het jaar 1920 werd in 1 geval eene schadevergoeding
opgelegd, wegens het doen verloren gaan van gereedschap,
in welk geval een beroep werd gedaan op het Scheids
gerecht, waarbij de schadevergoeding werd kwijtgescholden.
In het jaar 1920 werd één ambtenaar gestraft en wel voor
waardelijk met een schriftelijke berisping wegens plichts
verzuim.
In het jaar 1920 moest 177 maal eene boete lager dan f 0,25
en 7 maal eene boete liooger dan f 0,26 worden opgelegd;
1 keer gestraft met 1 dag schorsing onder inhouding van
loon, terwijl in 3 gevallen niet-eervol ontslag uit den Ge
meentedienst werd verleend.
De schorsing werd uitgesproken over een werkman, we
gens het uiten van bedreigingen en scheldwoorden tegen
een onderhaas.
Het niet-eervol ontslag werd in het eerste van de 3 bo
venbedoelde gevallen gegeven aan 2 werklieden, respec
tievelijk wegens heling en diefstal, in het tweede aan 28
werklieden wegens het wegbljjven van het werk op 8 Juni
1920, onder verzwarende omstandigheden, in het derde aan
een werkman, wegens het trachten te verkrijgen van eene
belooning van een leverancier bij onderhandeling over
aankoop door de Gemeentewerken en poging tot mislei
ding van de Directie van dit bedrijf.
Tegen de hierboven genoemde straffen met niet-eervol
ontslag en schorsing werd een beroep gedaan op het
Scheidsgerecht, waarbij de straffen werden gehandhaafd.
In 38 gevallen kon met een voorwaardelijke straf, in 71
gevallen met een waarschuwing en in 1 geval met een
mondelinge berisping worden volstaan.
In totaal werd dit jaar een bedrag van f 29,47 aan boeten
ingehouden.