19
30
VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.
f
f 7.062,38
„diversen”
ad
Totaal
f 9.454,—
3.500,—
3.000,—
2.875,—
79,—
f
17,—
6.084,—
250,—
711,38
Uitgegeven werd hiervoor respectievelijk f 3.350,59,
f 2.490,40, f 3.101,12 en f 123,44 in totaal alzoo bedragende
f 9.065,55, waaruit blijkt, dat de posten „reclame” en „adver-
tentiekosten” en „provisie” respectievelijk met f 149,41 en
f 509,60 bleven beneden de raming, terwijl „Rente van
Aan grondrenten werd, door den tusschentijdschen afkoop
daarvan, slechts f 293,57 ontvangen, terwijl een bedrag ad
f 518,96 was begroot.
De exploitatie-uitgaven hebben in totaal bedragen
f 129.227,72, geraamd was f 99.052,96, zoodat de begrooting
niet f 30.174,76 werd overschreden.
Voor het grootste deel komt deze overschrijding op reke
ning van de post Grond-waterschaps- en polderlasten ad
f 30.421,45 die begroot op f 13.395,met f 17.026,45 de ra
ming overschrijdt. Deze overschrijding is het gevolg van
de belangrijke verhooging der polderlasten, alsmede van
den in 1919 en 1920 plaats gevonden hebbenden inbreng van
gronden, waarmede bij het opmaken van de begrooting
voor 1920, uit den aard der zaak geen rekening kon wor
den gehouden.
De in de begrooting genoemde post
f 9.454,bestond uit reclame- en advertentie-
kosten
Provisie
Rente van waarborgsommen
Assurantiekosten
sommen die bij het eindigen van loopende huurovereen
komsten konden worden bedongen. Ook door het afsluiten
van z.g. kleine verhuringen kon een belangrijk bedrag aan
huur worden geind. Het totale bedrag aan ontvangen huur
bedroeg f 136.994,175 zijnde f 48.974,175 meer dan begroot
werd.
Anderzijds brachten de erfpachten, benevens de door den
Woningdienst te betalen vergoeding totaal op f 497.308,94
zijnde f 117.308,94 meer dan begroot was.
Aan diversen geraamd op f 545,— werd ontvangen.
Aan recognitiën
verbeurde waarborgsommen
bijzondere inkomsten
boeten