19 37 VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING. Evenals andere jaren werd met andere gemeentelijke diensten en particuliere instellingen samenwerking ver zocht en verkregen. Behalve de nieuwgebouwde en de in het belang der volkshuisvesting aangekochte woningen en de oude voor openbare werken en voor krottenopruiming aangekochte woningen te Scheveningen, kwamen op 1 November de maandwoningen in de stad, die tot nu toe door den Heer C. J. Evers beheerd werden, bij den Dienst in directe ex ploitatie. De huur werd over het algemeen ook dit jaar behoorlijk betaald, zooals blijkt uit bijgaanden staat. Acht maal was het noodzakelijk aan huurders wegens liet niet nakomen van het huurreglement de huur op te zeggen. In drié ge vallen moest het vonnis ten uitvoer worden gelegd. De gezinnen vonden elders een onderkomen. De vaststelling der huren van het woningcomplex Af voerkanaal III is met groote moeilijkheden gepaard ge gaan. De Raad besloot in zijne vergadering van 23 April (Bijlage no. 559) om de huren te bepalen, zooals deze door de minderheid van B. en W. werden voorgesteld, variee- rende van f 2.50,f 5,per week voor de woningen en van f 8,tot f 12,voor de winkels met woning. De huren waren door de meerderheid van B. en W. voorgesteld f 3,50—f 7,voor de woningen, terwijl die, voor de win kels met woning, gelijk waren aan die, zooals de minder heid ze bepaald wenschte te zien. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland onthielden ech ter bij besluit van 9/26 Augustus aan genoemd Raadsbe sluit hunne goedkeuring, uit overweging, dat de huur, welke de woningen per jaar zouden opbrengen, nog geen 45 pCt. der jaarlijksehe kosten bedraagt en dat zij niet als vaststaand konden aannemen, dat de Seheveningsche vis- schers, komende uit voor afbraak, in verband met den aan leg van de nieuwe verkeerswegen, bestemde woningen, waarin zij zeer lage huren betaalden en die in hoofdzaak deze woningen zouden moeten betrekken, niet meer dan deze huurprijzen konden verwonen. Ook al zouden zij dat om hun inkomsten niet kunnen, meenden Gedeputeerde Staten, dan ware hun langs den weg van Armenzorg daarin tegemoet te komen, temeer daar de voorgestelde huren lager waren, dan blijkens de circulaire van den Minister van Arbeid dd. 30 Juli 1920 werd geëischt. Op voorstel van Burgemeester en Wethouders besloot de Raad in zijne vergadering dd. 20 September (Bijlage no. 1215) zich niet bij deze beslissing van Gedeputeerde Staten neer te leggen doch in beroep te gaan bij de Kroon.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 741