19 50 VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING, VIL WONING BEURS. geving van den Minster van Arbeid, betreffende het toe kennen van premie, en het verleenen van eredieten, ter bevordering van den aanbouw van woningen door de par ticuliere bouwnijverheid. De ondergeteekende voerde daarna met het Bestuur van de Vereeniging „Onderneming en Vrijheid” en den Hoofd inspecteur voor de Volkshuisvesting en den Adjunct-Direc- teur van de Gemeentelijke Hypotheekbank onderhandelin- gen, die tot een voorstel aan Burgemeester en Wethouders leidden, ten einde den aanbouw van woningen krachtig te steunen. Van het daardoor bereikte resultaat zal in het volgend jaarverslag melding kunnen worden gemaakt. Gedurende het jaar 1920 werden 2949 personen, hoofd- zakelijK inwoners dezer gemeente, ingeschreven als wo ningzoekenden, terwijl bovendien 36876 inlichtingen wer den verstrekt. De gegeven inlichtingen betroffen in hoofd zaak het verkrijgen van een woning, doch vele vragen hadden ook betrekking op den arbeid en werkzaamheden der Huurcommissiën, die van Bouw- en Woningtoezicht en der Gezondheidscommissie. In het geheel zijn 3814 te huur gekomen woningen aan gemeld en 3930 verhuurde perceelen afgemeld. Bovendien zijn aangemeld 168 en afgemeld 170 woningen met winkel of andere bedrijfsruimte. In het belang van het publiek werd ook bemiddeling verleend ten aanzien van gestoffeerde, gemeubileede en ongemeubileerde kamers. In het geheel zijn 187 gemeubi leerde of gestoffeerde kamers aan- en 278 dier kamers afgemeld, terwijl 22 ongemeubileerde kamers aan- en 30 dito zijn afgemeld. Op het einde van het jaar 1920 waren 257 woningen di rect, of binnen korten tijd (nieuwbouw) beschikbaar. On der uit getal zijn niet begrepen de Gemeente- en Vereeni- gingswoningen. Aan de naleving van de verplichting tot kennisgeving van elke tehuuretelling en de verhuring van woningen, werd bij voortduring zooveel mogelijk de hand gehouden. Vele herinneringen en waarschuwingen dienaangaande werden den nalatigen verhuurders toegezonden en in vele gevallen werd nog mondeling tot nakoming der verplich ting aangespoord. Meestal was men te goeder trouw en kende men het bestaan van de verordening op de Gemeen telijke Woningbeurs niet. In den regel leende de toegezon-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 754