20
12
Twaalf contröle-boeken voor stoomketels, waaronder vier
voor de Gemeente, werden ter uitreiking aan de belang
hebbenden, van den Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel ontvangen.
Ter controle van de voltooiing en het in werking brengen,
■werden 77 inrichtingen bezocht, waarvoor in 1919 vergunning
werd verleend.
Toepassing van art. 4 vond niet plaats. Wegens het niet
in acht nemen van den termijn, genoemd in art. 13 werden
11 vergunningen vervallen verklaard; van deze 11 ver
gunningen waren 5 verleend in 1920, de overige dateerden
van de vorige jaren.
De termijn (binnen welken de inrichtingen voltooid en in
werking moeten zijn gebracht), genoemd in art. 13, werd
voor 11 inrichtingen verlengd.
Een beroep bij de Koningin (art. 15), in 1919 door een
nevenbewoner van eene inrichting ingesteld, werd inge
trokken.
Door het niet voldoen aan de gestelde voorwaarden werd,
krachtens art. 20, één vergunning ingetrokken.
Art. 21 (sluiten van de inrichting of verzegelen van de
werktuigen) behoefde niet toegepast te worden.
Voor één inrichting werd vergunning verleend met een
proeftijd van één jaar.
VERSLAG BOUW- EX WONINGTOEZICHT.