20 15 XV. Bijzondere opdrachten. XVI. Verhouding tot andere diensten. XVII. Personeel en huisvesting van den dienst. en In de verhouding van den dienst tot andere diensten kwam geen verandering. Eene regeling tot nauwere samenwerking van de Schoon heidscommissie met het Bouw'- en Woningtoezicht en daar mede gepaard gaande reorganisatie van deze instelling, waartoe de noodzakelijkheid des te meer dringt, nu in art. 94 der Bouw- en Woonverordening eischen van wel stand zijn gesteld, kwam in een vergevorderd stadium van voorbereiding. De Heer Ir. A. J. M. Stoffels verkreeg met ingang van 1 Juli 1920, op zijn verzoek eervol ontslag als Directeur van het Bouw- en Woningtoezicht en werd aangesteld als adviseerend ingenieur in Algemeenen dienst der Gemeente ’s-Gravenhage. Een reorganisatie van den dienst, waarmede ook zeer noodzakelijke verbetering van de huisvesting behoort gepaard te gaan, werd in voorbereiding genomen. Einde 1920, bestond het personeel van het Bouw- Woningtoezicht uit: 1 Directeur. 1 Adj .-Directeur. 1 Hoofd-Inspecteur. 8 Inspecteurs le klasse. 14 Inspecteurs 2e Het aantal in verband met de. Huurcommissiew'et gecon troleerde woninghuren, bedroeg in het afgeloopen jaar niet minder dan ruim 6000. Van de geconstateerde niet toelaatbare afwijkingen van de huren, werd tot het uitlokken van een strafrechtelijke vervolging tegen de overtreders, wreder op geregelde tijden aan Burgemeester en Wethouders mededeeling gedaan. VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 805