22 2 Aan Gemeen te-eigendomm en werd 4 maal door brand schade toegebracht. Voorts werd nog in 18 gevallen een brandje in Gemeente- eigendommen gebluscht zonder dat schade veroorzaakt werd. Vier maal werd de hulp van de Brandweer ingeroepen voor brand in een Kijksgebouw of voor Rykseigendommen. De tijd benoodigd, voordat de eerste hulp na ontvangst der brandmelding bij brand aanw-ezig was, heeft dit jaar gemiddeld 4 minuten en 17 seconden bedragen. Bij de be rekening van dit gemiddelde zyn de baldadige alarmeeringen, brandgeruchten, buitengewone branden en bijzondere hulp verleningen buiten beschouwing gelaten. Zeven branden zijn ontstaan tengevolge van het gebruik van petroleum, d.i. 3,7 pCt. van het geheele aantal branden, de schoorsteenbranden en buitengewone branden (straat- branden, enz.) niet medegerekend. Telt men by de be rekening van dit percentage, behalve de schoorsteenbranden en buitengewone branden, evenmin de 15 branden mede, waarvan de oorzaak onbekend is gebleven, en waarvan vermoedelijk ook meerdere aan het gebruik van petroleum zijn toe te schryven, dan stygt het tot 4 pCt. Tien branden ontstonden door electriciteit, zes branden door gas. Dit jaar hadden in deze Gemeente vier branden van meerdere beteekenis plaats. Het volgende staatje geeft de minimum-, maximum- en gemiddelde tijden waarin de eerste hulp ter plaatse was in de verschillende wyken. Het aantal baldadige alarmeeringen bedroeg dit jaar 199. Het aantal vernielde ruitjes van brandschellen 217, zoodat het totale aantal, de geslaagde èn de niet geheel tot uit voering gekomen baldadige alarmeeringen, 416 bedroeg, dus belangrijk minder dan in het vorige verslagjaar (764). By 585 branden is 131 maal gebruik gemaakt van buiten en binnenbrandkranen en stralen van motor- en stoom- brandspuiten, zoodat dus 77,6 pCt. der branden gebluscht zyn met kleine hulpmiddelen, n.l. alle schoorsteenbranden, 110 kleine binnenbranden en 65 buitengewone branden. VERSLAG DER BRANDWEER.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 827