22 7 rondom die kachel liggende krulleti was gevallen, ontstond brand in genoemd perceel, waarin gevestigd was een meu belmakers werkplaats. Verloren ging eenig gereedschap en werkhout. De brand werd gebluscht met één straal van de waterleiding. 19 Februari, üitslaande brand aan den Westduinweg. Bij aankomst van de brandweer bleek de voor- en een zij gevel van de hier geplaatste houten ziekenbarak in brand te staan. Met twee stralen van de waterleiding was deze door baldadigheid van kinderen veroorzaakte brand spoedig gebluscht. 21 Februari. Zware binnenbrand in het perceel Nieuwe Markt 3a. Door het achteloos wegwerpen van een brandende lucifer, welke vermoedelijk in een papiermand is gevallen, ontstond, bij afwezigheid van den eigenaar brand in een beeldhouwerij. Met één straal van de waterleiding werd de brand gebluscht. 10 Maart. Zware binnenbrand in het Christelijk Veree lt igingslokaal aan de Dunne Bierkade 16a. Bij aankomst van de brandweer bleek dat de vloer op het kantoor van voornoemde vereeniging, door uit de kachel gevallen vonken, in brand was geraakt, dat één bint geheel verbrand was en andere sterk geblakerd waren. Met den kleinen straal van de motorspuit kon deze brand gebluscht worden. 20 Maart. Kleine binnenbrand in perceel Voltastraat, waarin gevestigd zijn de bureaux van de Hollandsche Maatschappij tot het maken van werken in gewapend beton. Door tegen het nadrukkelijke rookverbod in, een cigarette aan te steken, heeft een werkman een ontploffing veroor zaakt van benzinedampen, die zich boven den vloer in de eerste verdieping van een werklokaal verzameld hadden, alwaar rubber-kunsttegels vervaardigd werden. De brand op zich zelf was van weinig beteekenis, doch kostte, door den dikken verstikkenden walm, die een onderzoek met rookmaskers noodig maakte, alvorens de onbekende brand haard ontdekt werd, veel moeite en tijd. Bij dit brandje verwondde een Hoofdbrandwacht niet ernstig zijn scheen been, doordat hij door een openstaand luik viel. 23 Maart. Zware uitslaande brand Hoefkade 59—61, waarin gevestigd een wasch- én strijkinrichting. Bij aan komst van de brandweer sloegen de vlammen reeds uit de achtergelegen werkplaatsen, welke bestonden beneden uit een ketelhuis en waschinrichting en boven uit.een sorteer- kamer en droogzolder. De brand werd aangepakt met één straal van de waterleiding door het voorgebouw naar de droogzolder en één straal door het voorgebouw en een lichtlantaarn en over een tusschengelegen plat eveneens VERSLAG DER BRANDWEER.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 832