22 8 VERSLAG DER BRANDWEER. en sloegen de vlammen ook naar den droogzolder. Verder zijn twee stralen van de water leiding door een achtergelegen huis eveneens naar den vuurhaard gebracht. Inmiddels werd één der eerste stralen van de waterleiding door de motorspuit geleid, terwijl later nog een vijfde straal van de waterleiding door één der motorspuiten geleid werd en door een nabijgelegen huis in den vuurhaard gebracht werd. In het geheel werd deze brand, welke vermoedelijk ontstaan was door het wegwerpen van brandende lucifer, sigaar of cigarette, gebluscht met vijf stralen van de waterleiding, waarvan twee stralen door de motorspuit. De sorteerkamer en droogzolder met veel waschgoed zijn geheel uitgebrand, terwijl het ondergelegen gedeelte gespaard is gebleven, doch veel waterschade heeft gehad. 6 April. Zware binnenbrand in perceel 2e Emmastraat 171. Door het niet brandvrij plaatsen van een haard op de tweede verdieping was de vloer en het plafond van de le verdieping, tijdens afwezigheid der bewoners, geheel door gebrand. De brandweer vond de vlammen lustig door vloer en plafond spelende, doch het vuur kon met één straal van de waterleiding gebluscht geworden. 21 April. Zware binnenbrand in perceel Bierkade 17a, waarin gevestigd is een hotel. Doordat vermoedelijk één der bezoekers op bed had liggen rooken, was een bed in brand geraakt en was daardoor de geheele kamer met in houd uitgebrand. De brand werd gebluscht met één straal van de waterleiding. Dat de brand zulk een omvang heeft kunnen nemen, was de schuld van den eigenaar, welke in; plaats van met de dicht bij zijn perceel geplaatste brand melder te alameeren, op zjjn rijwiel naar een der brand weerposten reed en daar bovendien een verkeerd adres opgaf. 30 April. Uitslaande brand in perceel Rozenburgstraat 127. Terwijl de bewoners naar de feestverlichting in het Haagsche Bosch waren gaan kijken, was er brand uitge broken in bovengenoemd perceel. By aankomst van de brandweer werd door de buren medegedeeld, dat er ver moedelijk, in het geheel gesloten huis, nog een kind aan wezig was. Oogenblikkelijk werd met gebruikmaking van de staande ladder een raam opengeschoven en de beide verdiepingen doorzocht. Toen men de afgesloten zolderver dieping eveneens wilde gaan doorzoeken sloegen rook en vlammen het personeel tegen reeds uit het dak. Inmiddels werden aan voor- en achter zijde van het huis stralen op den vuurhaard gericht; bij aankomst van meerder personeel en materieel werden nog eenige stralen over de mechanische ladder en door de om liggende huizen door de motorspuit op de vuurhaard gericht.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1920 | | pagina 833